Je propt de lunch achter een plakkerig toetsenbord naar binnen, terwijl je aanpassingen maakt in versie 48.2 van een SPA. Dan gaat de telefoon, je peuter heeft koorts en moet nu worden opgehaald van de crèche. Je vriend bellen ze niet. Je komt de partner tegen op de gang en verzint een smoes over een auto servicebeurt.
Door Zo Zuidas
Het recente Werken in…-onderzoek van Advocatie wijst erop dat mannelijke advocaten minder waarde hechten aan flexibel werken dan vrouwen. Bij vrouwen is het een van de belangrijkste factoren die werkgeluk bepaalt. Bij mannen bungelt het onderaan de lijst, ver na de sexy eis van een hoog salaris.
Tot je dertigste kun je als vrouw in de veronderstelling zijn dat je dezelfde kansen hebt als je mannelijke peers op de arbeidsmarkt. Die mutsige deeltijdmoeders, die om vijf uur naar de crèche vertrekken hebben gewoon minder ambitie dan jij. Jouw vriend is super geëmancipeerd, en als jullie kinderen krijgen, gaat het allemaal gelijkwaardig. Maar dan wordt de baby geboren. Terwijl je scheel van vermoeidheid, in de knoop met het kolfapparaat de wachtlijst van de crèche boekt, fietst je vriend na een paar dagen verlof in een witgesteven boordje op zijn fiets naar kantoor. Alsof de wereld voor hem niet volledig is veranderd.
De boodschap van de maatschappij: kinderen zijn het probleem van de moeder. Die moet ‘deeltijd’ gaan werken om dat probleem op te lossen. Daarmee eindigt de vrouw in een situatie waarin ze en op kantoor werkt, en thuis werk verricht. Dat werk, wat de tweede shift of emotional work wordt genoemd, varieert van het verzorgen van kinderen en huishouden tot het managen van de sociale levens en familiebanden. Onzichtbaar werk, onbetaald. De hele maatschappij leunt op dit werk, dat niet wordt geteld in de economische cijfers, volgens McKinsey wereldwijd geschat op 13% van het bruto binnenlands product.
Ondanks de extra ‘vrije’ tijd, die vrouwen in de advocatuur kunnen bedingen, hebben ze vaker dan mannelijke advocaten last van een burn-out, zo blijkt uit een ander onderzoek van beroepsverzekeraar Movir. Deeltijd werken is een val, de deeltijd vrouwen werken uiteindelijk meer dan fulltime. Het is alleen onzichtbaar.
De partners van advocatenkantoren hebben hun carrières met kinderen mede te danken aan dat onzichtbare werk. Aan de muren van hun kamers hangen de tekeningen en foto’s van hun vijf kinderen trots tentoongesteld. De advocatenmoeder zet geen kinderfoto op haar bureau, want dan wordt de tweede baan iets te veel benadrukt. Niet zo handig als je partner wil worden.
Uit het onderzoek volgt dan ook dat mannen het onderwerp deeltijd minder bespreekbaar vinden op kantoor dan de vrouwen in de advocatuur. Blijkbaar straalt de maatschap nog steeds uit naar kantoorgenoten dat mannen fulltime moeten werken.
Zo wordt de deeltijdstructuur in stand gehouden. Dat is niet alleen een gemiste kans voor de vrouw zelf, maar ook voor de economie. Want: als een advocate thuis een berg was doet, is het gemiste inkomen voor de economie dat van de schoonmaker die haar werk had kunnen doen, of haar uurtarief als advocate?
Advocatenkantoren en beroepsorganisaties hebben de verantwoordelijkheid om te lobbyen voor betaalbare en goede kinderopvang, als een van de pijlers van onze samenleving. De grote advocatenkantoren moeten zelf een goed voorbeeld geven en investeren in on site crèches en een gul vaderschapsverlof.
Als de zorg voor kinderen niet wordt erkend als een gemeenschappelijk issue, en wordt opgelost met ‘deeltijd’ voor vrouwen, dan kan het Advocatie-onderzoek voor 2029 zichzelf schrijven. Dan verandert er niets.
Deze column verscheen eerder in Advocatie Magazine.