Het is inmiddels december, de laatste maand van het jaar. Een jaar dat uiteraard beheerst werd door de coronapandemie, die doorwerkte in het rechtsbedrijf. En een jaar waarin een keur aan slecht doordachte wetsvoorstellen uit de koker van de VVD de weg naar het wetboek vond, alle kritiek ten spijt.
Het conceptverkiezingsprogramma van de VVD lezende, wordt het er de komende jaren niet beter op. Sterker nog; het lijkt er zelfs op of men, kennelijk gesterkt door het feit dat het gros van de barre voorstellen uit het vorige programma er doorheen is gekomen, besloten heeft alle rechtsstatelijkheid en inhoudelijke kwaliteit maar geheel en al te laten varen. De kritiek op dit programma is dan ook niet van de lucht.
Tweede Kamerlid Jeroen van Wijngaarden deed een poging de kritiek te pareren, middels een opiniestuk in NRC. In dat stuk werden slechts twee onderdelen belicht, de opt-outmogelijkheid bij algemeen belang-acties en de interpretatiemarge van verdragsbepalingen. Onderdelen waar ik het overigens niet mee eens ben, maar waarvan het niet per definitie onbegrijpelijk is dat je die ter discussie stelt.
Dat geldt voor andere delen van het programma wel. Zijn opiniestuk, dat een reactie vormde op het eerdere opiniestuk van Christina Eckes, werd vervolgens te pas en te onpas geplugd, in reactie op kritiek op het verkiezingsprogramma. Uit het stuk zou dan moeten blijken dat de rechtsstaat in het geheel niet ondermijnd wordt door het programma van de VVD.
Zo verweet Van Wijngaarden op Twitter – vergezeld van een link naar zijn opiniestuk – het Advocatenblad een gebrek aan wederhoor nadat daar een column verscheen waar werd geconcludeerd dat advocaten, gelet op hun eed, in gemoede geen VVD meer kunnen stemmen. Een column vereist overigens geen wederhoor, gelijk een opiniestuk. Gelukkig maar, anders had ik mij nooit bereid verklaard tot het schrijven van columns. Maar dat terzijde.
Geen openlijke discussie
Tekenend is dit verwijt wel, nu de VVD zelf de discussie niet openlijk aan wil. Een radioprogramma wilde aandacht besteden aan de discussie over het verkiezingsprogramma, maar ik werd afgebeld met de mededeling dat de VVD niemand wilde sturen om dit programma te verdedigen. Tekenend is ook dat de paragraaf waar de voorstellen die de rechtsstaat raken in zijn opgenomen in het verkiezingsprogramma 2017-2021 nog ‘Veiligheid en vrijheid’ was getiteld, nu enkel ‘Veiligheid’.
Ronduit zorgelijk zijn de voorstellen zelf. Vanwege de inhoud, maar ook gewoonweg vanwege het gebrek aan kennis dat daaruit volgt. Zo is opgenomen: “Meer aandacht voor slachtofferadvocaten binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, zodat het slachtoffer minstens zo gemakkelijk aanspraak kan maken op gesubsidieerde rechtsbijstand als de dader.” Ten eerste krijgen daders geen bijstand, na een veroordeling is die niet meer nodig. Verdachten wel. Dat is een belangrijk onderscheid. Een onderscheid dat de VVD compleet uit het oog verloren lijkt te zijn.
Ten tweede is de aanspraak voor slachtofferadvocaten ruimer dan voor advocaten van verdachten. Ik zeg niet dat het voldoende is, of dat niet ook de slachtofferadvocaten betere vergoeding zouden moeten krijgen, maar dat zij achtergesteld zijn, is pertinente onzin. Verder wordt voorgesteld: “Makkelijker opheffen van het verschoningsrecht op vertrouwelijk contact tussen een advocaat en cliënt als zij dit misbruiken om samen criminele plannen te smeden, zodat deze strafbare feiten beter vervolgd kunnen worden.”
Klinkt stoer, maar is gewoonweg een gevaarlijke ondermijning van een van de beginselen van de rechtsstaat. Vooral omdat het verschoningsrecht nu al doorbroken kan worden, bijvoorbeeld als de advocaat verdachte is, maar dit is terecht met strenge waarborgen omgeven. Het is niet zo dat het niet kan; nee, de VVD wil doorbreking van dit zeer belangrijke recht makkelijker maken!
Uitbreiding Taakstrafverbod
Nog een goed voorbeeld is de uitbreiding van het taakstrafverbod, die diep in zal grijpen op de straftoemetingsvrijheid van de rechter en aldus ook op de scheiding der machten, nog zo’n grondbeginsel van onze rechtsstaat. Terwijl bovendien nog vrij recent door de Raad van State forse kritiek is geuit op een wetsvoorstel tot uitbreiding van het huidige taakstrafverbod.
Zo kan ik nog wel even doorgaan, zoals over de verplichting voor gevangen Nederlands te leren, terwijl wij ook vreemdelingen die hier maar kort zijn vastzetten, of over het afschaffen van de verjaring van de executie, terwijl het wellicht een beter plan is om te investeren in effectievere executie binnen de huidige regels. Daar schort het namelijk nu regelmatig aan. In het kader van wederhoor nodig ik graag de VVD uit in een opiniestuk de rechtsstatelijkheid van deze (en andere) onderdelen van het programma te verdedigingen, ik ben benieuwd.
‘Het is niet uit te leggen dat…’
Vooral omdat de dooddoener van de VVD – en ook van de huidige minister – steeds weer het volgende zinnetje is: ‘Het is niet uit te leggen is dat…’ Ze doen dan ook geen enkele moeite, getuige het feit dat ze niet eens bereid zijn het eigen programma op de radio te verdedigen! Populistische voorstellen doen is makkelijker dan de moeite nemen de werking van de rechtsstaat toe te lichten, dat hebben ze bij de VVD in ieder geval goed door.
‘Het is niet uit te leggen dat’ is een demagogische manier van redeneren. Mocht de VVD voldoende zetels krijgen om delen van dit programma in een regeerakkoord te krijgen en mochten ze dan ook weer de ministers op J&V leveren, dan hoop ik wel dat ze zo realistisch zijn de titel ‘minister voor rechtsbescherming’ te schrappen. Ik schreef al eerder dat de huidige minister die titel niet waard is, maar met dit programma zou het een complete farce zijn.
Zo’n beetje alles waarvan de huidige minister voor rechtsbescherming zegt dat het niet uit te leggen is of waarvan in het verkiezingsprogramma staat dat het niet uit te leggen is, is wel degelijk uit te leggen. Tenminste, als de VVD niet de makkelijke populistische weg zou kiezen, maar de moeite zou doen weer daadwerkelijk liberaal te zijn, de V in de naam weer voor Vrijheid te laten staan, in plaats van voor Veiligheid, de D weer voor Democratie, in plaats van voor Demagogie.
De stelling van Matthijs Kaaks in het Advocatenblad dat advocaten in gemoede niet op de VVD zouden moeten stemmen is niet meer dan terecht, ook het verwijt dat het programma afbreuk doet aan de rechtsstaat is niet meer dan terecht. Het enige dat niet uit te leggen valt, is het programma van de VVD zelf.
Jaap Baar is advocaat bij het Utrechtse kantoor Kuyp Baar Advocaten.