Op een verjaardag sprak ik een bevriende rechter van rond de zestig. Ik vroeg hem of hij bij nieuwe zaken soms al van te voren de uitkomst kan voorspellen. Omdat hij misschien na al die jaren patronen herkent bij bepaalde mensen? Zijn antwoord: “Iedere zaak beoordeel ik als uniek, want iedere zaak is uniek. Als je bevooroordeeld raakt, is het tijd om ander werk te gaan zoeken.” En zo is het natuurlijk.
Door Fleur Brockhus, schrijver van De urenfabriek en De inspiratiepraktijk
Oordelen. We hebben ze allemaal. En dat geeft natuurlijk niks. Maar het is wel goed om je er bewust van te zijn. Zo barst ik soms van de vooroordelen over mensen die ik tegenkom in het Gooi. Zonder dat ik ze heb gesproken, zie ik mensen in mijn dorp dikwijls als egoïstisch, milieuvervuilend en oppervlakkig.
In een reflectiemoment tijdens mijn zomervakantie werd ik ineens zo verdrietig van die overtuiging dat ik zelfs overwoog om te verhuizen naar Twente. Want daar waren de mensen vast helemaal anders: minimalistisch, spiritueel, altruïstisch. En dus fantaseerde ik over Twente, terwijl we in een heerlijk huis wonen, fijne vrienden hebben, geweldige buren en de kinderen fluitend naar school gaan. Bovendien: ik leef ook nog lang niet helemaal duurzaam en verantwoord. Dus. Hoe kon ik mijn overtuigingen en vooroordelen omvormen tot iets positiefs?
Je kunt vooroordelen te lijf gaan door je overtuigingen in twijfel te trekken. De Griekse filosoof Sextus Empiricus raadde iedereen aan om argumenten te verzinnen die je vastgeroeste overtuigingen onderuit halen. Maar ik wilde iets anders uitproberen, iets met meer contact. Ik besloot om een jaar lang iedere dag een mini-interview te gaan doen. Samen met mijn vader, want die vond het ook een interessant project. Dagelijks dezelfde vijf vragen stellen aan – bij voorkeur – wildvreemden.
Dus begonnen we op 1 januari met frisse moed aan dit project. In mijn fantasie koos ik als eerste die chagrijnige vrouw met de grote zonnebril en veel make-up in haar SUV die stilstond met de motor nog aan. Maar dat durfde ik niet. Straks zou ze bits nee zeggen en mijn vooroordeel bevestigen. Daar was ik het bangst voor.
Het werd mijn leuke linkse collega. Maar door de vragen – waar we vijf maanden op hadden gebroed – ontstond een verrassend gesprek, anders dan tijdens de lunch waar we het meestal hadden over Netflix, werk en babypoep. En zo ging ik verder, iedere dag. En durf ik nu steeds vaker uit mijn comfortzone te interviewen. Maar ik spreek ook nog veel vrienden en collega’s aan voor mijn project. Het is best een dingetje om iedere dag de zelfopgelegde druk te voelen om iemand te benaderen voor een interview.
Soms willen mensen niet meedoen aan het interview. Meestal reageren mensen wantrouwend en doen ze pas mee als ik haarfijn heb uitgelegd waarvoor het is. En dat naast mijn werk en gezin. Maar de kick die ik daarna altijd ervaar, maakt het helemaal goed. Op ons Instagram-account zie ik dan al die koppies bij elkaar en voel ik me verbonden met iedereen.
Eén van de vragen is: Wat is het beste advies dat je ooit hebt ontvangen? En wat blijkt: de mensen waarvan ik dacht dat die iets zouden zeggen als: “Koop een grotere auto” die zeiden juist: “Altijd jezelf blijven”. En soms reageert iemand inderdaad precies zoals ik al dacht. Maar dat blijkt toch nooit het hele verhaal.
In de advocatuur kan het best een klus zijn om mensen tegen te komen die niet net als jij hoogopgeleid zijn en in dezelfde bubbel verblijven. En als je al mensen spreekt, gaat het waarschijnlijk vaak over zaken en geld. Ideetje: zou het niet interessant zijn om een zakelijk gesprek met een collega of cliënt te beginnen met een mini-interview? Zoals ik deed met mijn collega’s: je komt in een ander soort laag terecht en daardoor kom je er ook achter wat iemand eigenlijk drijft in een (rechts)zaak, op het werk, in zijn leven.
Het kan je bevrijden van (voor)oordelen en de relatie enorm verrijken. Dat werkte voor mij zo toen ik iemand interviewde waarmee ik samenwerkte in een communicatie-project. Ik vond hem wat stug, geforceerd en kil overkomen bij eerdere vergaderingen. Maar hij ontdooide volledig na het mini-interview. En onze besprekingen kregen vervolgens een andere dynamiek. Meer flow, meer contact, meer gericht op een gezamenlijk doel (en daarmee bedoel ik niet we een gepassioneerde kantooraffaire zijn begonnen).
Hoe pak je zoiets aan in het klein, zonder dat het jeukt als een kriebelige trui? Misschien voelt het vreemd om meteen zo persoonlijk te beginnen met een cliënt. Daarom kun je oefenen op een collega, bij voorkeur iemand die je nog niet kent. Die kun je uitnodigen voor een kop koffie. Of je kunt heel laagdrempelig een praatje aanknopen met die collega van de postkamer die je al wel kent van gezicht.
Je hoeft het niet iedere dag te doen en je hoeft niet meteen vijf diepgaande levensvragen te stellen. Het kan er ook één zijn, iedere donderdagochtend voor de lunch. Vraag iemand bijvoorbeeld: Wat zou jij doen als jij hier de baas was? Of: Hoe ziet een goede dag eruit voor jou? Of: Wat is jouw levensmotto? Wat zou je doen als je de postcodeloterij had gewonnen? Wat gaat er goed in je leven? Wie weet, raak je zo geïnspireerd en getraind dat je tegen kerst op een treinstation een keer spontaan in gesprek raakt met iemand die je voorheen nooit had ontmoet.
Een mantra dat me helpt tegen mijn oordelen, geleerd van mijn vader, is: Justlikeyou365. De naam van ons Instagramaccount. Dat zeg ik tegen mezelf als ik iemand tegenkom die op het eerste gezicht wat verder van mij afstaat. Justlikeyou… Justlikeyou… Justlikeyou.