De scholen zijn weer begonnen, een nieuw leerjaar ligt open. Ook voor ons, de werkende mensen. Zo ben ik deze maand aan een nieuwe studie begonnen, over werkgeluk. Daar schrijf ik op deze plaats al jaren over, maar ik was benieuwd naar de wetenschappelijke onderbouwing en de praktische tools.
Fleur Brockhus, schrijver van De urenfabriek en De inspiratiepraktijk
En hoe meer ik te weten kom over het belang van gelukkig werken en wat daar voor nodig is, hoe meer ik me erover verbaas dat de aandacht op scholen nog steeds voornamelijk is gevestigd op presteren.
We worstelen dagelijks met het aantal prikkels dat we te verwerken krijgen, met de burn-out die continu op de loer ligt, met onrealistische deadlines en altijd haast. Kantoren willen steeds sneller, beter, meer. Gelukkiger worden we er niet van, wel vermoeider. Maar he! Dan kun je wel op feestjes vertellen dat je advocaat bent bij een topkantoor en je kunt je misschien ooit een vakantiehuis veroorloven.
Is dat wat we willen voor onze kinderen? Dat ze naar het gymnasium gaan, zodat ze de rechtenstudie kunnen doen om net als wij te eindigen in een stressjob? Dat ze overspannen raken en vervolgens kunnen bijkomen in hun eigen vakantiehuis?
Ook ik wil graag het beste voor mijn kinderen. Maar wat is dat beste? Niet per se het pad dat ik heb bewandeld. Uiteindelijk ben ik toch gekomen waar ik altijd al wilde zijn. Via een omweg, dat wel. En dat is helemaal prima want ik had gelukkig geen pushy ouders. Die hele advocatendroom had ik zelf gecreëerd. En het bleek een prachtig scenario voor een roman.
Ik gun mijn kinderen een goede balans tussen uitdaging en rust. Tussen goed zijn voor jezelf en iets betekenen voor anderen. Ik gun ze fijne relaties, ik gun ze dat ze zichzelf durven zijn en hun eigen weg vinden.
Dat begint thuis, maar de tijd die ze doorbrengen op school is ook belangrijk. Ik hoor over kinderen die de prestatiedruk op school niet aankunnen. Over peuters die al citotoetsen moeten maken. Over ouders die komen klagen bij de leerkracht, omdat hun kind een havo-advies heeft gekregen. Daardoor worden die leerkrachten ook weer overspannen en is de cirkel rond. En dan denk ik: waar zijn we in godsnaam mee bezig? Wat mij betreft bestaat de helft van de tijd op school uit meditaties, yoga, bomenklimmen, muziek maken, vrijwilligerswerk en leren dat je al een goed en heel mens bent.
In mijn oudste zoon zie ik soms een echte litigator: hij komt bij iedere stelling aanzetten met tien tegenargumenten. Prachtig als hij later advocaat wil worden, maar even mooi als hij in de bloemsierkunst terechtkomt. Of het plastic uit de oceaan wil vissen. Als hij maar het gevoel heeft dat het zijn eigen keuze is en dat hij een betekenisvol leven leidt. Want dat willen we toch eigenlijk allemaal?