Regelmatig heb ik gefantaseerd hoe het zou zijn om rechter te zijn. Wat eervol!, dacht ik dan. Maar ook: dan is alles anders, ook privé. Door rood rijden, dat kan dan dus niet meer. Mensen zullen anders naar je kijken. Je zult bedachtzamer moeten gaan leven.
Door Trudeke Sillevis Smitt
Zoals het wegen van je woorden tijdens een privé-etentje. Raadsheer Wabeke vroeg vorige week om van de artikel 12 Sv-procedure in de zaak tegen de tabaksindustrie te worden afgehaald. Volgens advocaat Bénédicte Ficq had Wabeke tijdens een privé-etentje neerbuigend gezegd dat roken ieders eigen verantwoordelijkheid is, en dat anderen daar niet voor verantwoordelijk zijn. Iemand die bij dat etentje was zou dit verhaal aan Ficq hebben verteld. Het zal je vriend maar wezen, als het inderdaad zo is gegaan.
Veel gehoorde reactie was: rechters mogen toch zeker een mening hebben? En dat is natuurlijk zo. De vraag is of het altijd verstandig is die te uiten. Wist Wabeke tijdens dat diner al dat hij (mogelijk) op die zaak zou worden gezet? Dan had hij wat mij betreft beter zijn mond kunnen houden.
Vanaf het moment dat je weet of kan vermoeden dat je over een bepaalde kwestie moet gaan oordelen, moet je openstaan voor de mogelijkheid van je ongelijk. En de schijn vermijden dat je daar niet toe in staat bent.
Moet je zwijgen in de slaapkamer, met je eigen partner? Dat lijkt me een illusie. Tijdens een privé-etentje met vrienden? Idealiter: ja. Maar we leven niet in een ideale wereld, dus laten we zeggen: komt het naar buiten, dan moet je niet gek kijken als een van de partijen zijn lot niet meer in jouw handen wil leggen.
Misschien heb ik ongelijk; misschien kunnen rechters zo niet werken en leven. Daarom zou ik graag weten wat er uit een wraking zou zijn gekomen – en ik ben vast niet de enige.
Maar helaas: Wabeke liet het er niet op aankomen. Hij vond het ongefundeerd, zei de persraadsheer, maar vroeg toch of hij van de zaak af mocht omdat hij ‘aangedaan’ was, en ‘geïrriteerd’. Dat klinkt naar vastzitten in emoties, en dat lijkt me al helemaal geen goed signaal. Het ziet er voor de rechtspraak niet best uit als rechters zich zo eenvoudig laten wegtarten.
Zat je fout: geef het toe en trek je terug. Zat je goed: sta daar dan voor.
Rechter zijn is eervol, maar het heeft zijn prijs. Wie babbelt over zaken waar hij over gaat oordelen zal daar negenhonderdennegenennegentig keer mee weg komen – in zaken zonder media-aandacht, met vrienden die loyaal zwijgen. Die duizendste keer heb je pech, en dan moet je manhaftig zijn.