Na twee jaar waarin recordwinsten werden behaald, hebben Amerikaanse advocatenkantoren nu al vier kwartalen te maken met een flink dalende winst. De Law Firm Financial Index (LFFI) is tijdens het tweede kwartaal van 2022 zelfs gezakt tot de laagste indexering ooit. Wat is er aan de hand?
De kosten zijn verdubbeld ten opzichte van 2021. Met name de overheadkosten zijn gestegen. Dit komt vooral doordat werknemers, na twee jaar thuis te hebben gewerkt, weer massaal terugkeren naar kantoor. Ook is er sprake van hoge inflatie, waardoor de directe kosten, zoals de salarissen van werknemers, omhoog zijn gegaan. Doordat een heuse war for talent gaande is, stegen de kosten voor werving van personeel met 97,2%, en voor marketing en business development met 74,3%.
Blik op de toekomst
Ondanks de afnemende vraag, toenemende kosten en dus dalende winsten, lijkt de sector echter niet in grote crisis te verkeren. Het aantal gefactureerde uren is stabiel gebleven, tarieven bleven gestaag groeien en in plaats van de broekriem aan te halen, investeren de Amerikaanse kantoren fors in nieuwe technologie. Ze geven dit jaar 10,5% meer uit aan legal tech: de grootste stijging in acht jaar. Dat is bijzonder omdat investeringen in technologie normaal gesproken erg crisisgevoelig zijn, en direct stagneren op het moment dat financiële onzekerheid ontstaat. Dit wijst er dan ook op dat de Amerikaanse advocatenkantoren de blik richten op de toekomst.
Laat ik deze ontwikkeling eens vertalen naar de Nederlandse markt. Investeren in technologie is altijd het ondergeschoven kindje geweest in de Nederlandse advocatuur. Het huidige verdienmodel van ‘uurtje factuurtje’ werkt voor de sector nog steeds prima. Tot en met 2021 werd aan het model zelfs uitermate goed verdiend, en ook in coronatijd hebben grote kantoren in Nederland een flinke omzetgroei doorgemaakt. Geen reden om te veranderen dus.
Maar hoe gaat dit in 2022? De ontwikkeling in de Amerikaanse sector kan een voorbode zijn voor eenzelfde ontwikkeling in ons land. Het is interessant om te kijken wat er gebeurt als ook hier de opbrengsten tegen gaan vallen en de war for talent hoogtij gaat vieren. Durven Nederlandse advocaten hun Amerikaanse collega’s te volgen, en schroeven ook zij de investeringen in legal tech op? Of kiezen zij het traditionele pad van bezuinigingen en zetten zij direct de – nu net mondjesmaat ontstane – investeringen in technologie stop? Het eerste is verstandig, het tweede helaas waarschijnlijk.
Noodzaak
Het zal jullie niet verbazen dat ik een voorstander ben van investeringen in technologische innovatie. Met deze investeringen wordt de toekomst van de advocatuur verzekerd, zeker wanneer een crisis dreigt. Ik zie in mijn praktijk als coach van juridische transformatie dat er bij de klant behoefte is aan transformatie van de sector. Door een tekort aan juristen en de noodzaak efficiënter te werken, innoveren de juridische afdelingen van grote corporate ondernemingen zelf inmiddels volop.
Ze onderscheiden daarbij hoog risico- van laag risico-werkzaamheden en laten zich bij het zogenaamde commodity-werk steeds vaker assisteren door technologische oplossingen. Dit vertaalt zich in een groei van alternatieve serviceproviders, die juridisch werk efficiënt en veel goedkoper uitvoeren dan advocatenkantoren. De advocatuur moet mee met deze ontwikkeling en inspelen op de veranderende behoefte van de klant. Technologie is onmisbaar om efficiënter en beter diensten te kunnen verlenen. Kantoren moeten out of the box denken en producten en diensten gaan ontwikkelen die oplossingen bieden voor de uitdagingen die klanten ervaren.
Een prachtig voorbeeld vinden we in België, waar advocatenkantoor Quinz een oplossing bedacht voor zijn klanten die steeds vaker te maken hadden met capaciteitsproblemen op hun juridische afdeling. De partners van Quinz namen het initiatief tot de oprichting van ‘Ask Q’: een flexibele schil voor juridische afdelingen van bedrijven. Ask Q levert juridische expertise om juridische teams te ontlasten bij tijdelijke pieken of gaten in de bezetting. Een flexibele juridische afdeling dus, die tijdelijk ingezet kan worden bij bedrijven die zelf geen juridische afdeling hebben of die volledige werkprocessen overneemt op specifieke gebieden.
Kortom: ga in gesprek met je klant. Waar ligt hij wakker van? Waar kun jij waarde toevoegen? Ook (of zelfs juist) als de winsten minder worden en financiële onzekerheid ontstaat, is investering in de aanpassing van de dienstverlening op de wens van de klant een noodzaak om te kunnen overleven.
Foto : Fred Libochant / Roel Dijkstra Fotografie