Wat zou je het de nabestaanden van Anne Faber toch gunnen dat de strafzaak tegen Michael P. na de uitspraak in eerste instantie afgelopen was. Dan kregen ze de rust die nodig is om hun onvoorstelbare verdriet te gaan verwerken. Maar P.’s advocaat is namens hem in appel gegaan. Er kwamen felle reacties: waar haalde hij het lef vandaan?
Door Trudeke Sillevis Smitt
Ook Sébas Diekstra, de advocaat van Anne Fabers vriend, vond het ‘persoonlijk zeer spijtig’ dat er gebruik werd gemaakt van het recht op hoger beroep. ‘Gevoelsmatig getuigt het van een extreem gebrek aan respect en empathie richting de nabestaanden,’ aldus Diekstra volgens een bericht van RTL Nieuws.
Michael P. ging onder meer in beroep vanwege de dreigende en hardhandige wijze waarop hij na zijn aanhouding was aangepakt. Hij liep een schouderbreuk op, terwijl hij al geboeid was en zich niet verzette. Hij was ook niet op zijn zwijgrecht gewezen. De agenten, die toen nog hoop hadden dat Anne Faber in leven was, probeerden door extreme druk op P. zo snel mogelijk te achterhalen waar zij zich bevond. De rechtbank oordeelde dat er wel sprake was van vormverzuim, maar dat dit niet hoefde te leiden tot strafvermindering.
Er kwam ook geen strafzaak tegen de agenten: het OM seponeerde de zaak, ‘onder meer omdat de handelingen die leidden tot de botbreuk niet kunnen worden herleid naar één of meer personen,’ schreef NRC.
De advocaat van Michael P., Niels Dorresteijn, legde op Nu.nl uit dat hij het ook erg vond voor de familie dat de zaak nu niet kon worden afgesloten, maar dat het belangrijk was dat er een signaal van de rechter uitging naar justitie en politie, ook voor toekomstige zaken: dit was bovenmatig geweld, en daar moet een sanctie op volgen. Of het initiatief voor het hoger beroep van hem was uitgegaan of van zijn cliënt: daarover hield hij – gezien de geheimhoudingsplicht terecht – zijn mond.
Iedereen heeft na een strafzaak recht op hoger beroep, dat hoort bij een eerlijk proces. En het is gerechtvaardigd de vraag te stellen of het politiegeweld ná aanhouden en boeien gerechtvaardigd was, en zo niet, wat daarop het juridische antwoord moet zijn. Hoe blijven we een land waar mensen niet gefolterd worden, hoe blijven we een rechtsstaat, een humane samenleving? Dat kan alleen als we weigeren te luisteren naar onze onderbuik die misschien zegt dat deze ene verschrikkelijke verdachte onze humaniteit niet verdient.
Michael P. vertelde overigens pas drie dagen na zijn aanhouding waar hij het lichaam van Anne Faber had begraven. Dat het anders kan, blijkt uit de documentaire Fatum (Room 216). Daarin zie je de registratie van een verhoor in Canada in een vergelijkbaar geval: een vrouw is vermist, men vreest voor haar leven en wil zo snel mogelijk informatie. De verdachte krijgt koffie, er volgt een beleefd gesprek. Geen bad cop te bekennen. Na tien uren van verhoor en confrontatie met een aantal aanwijzingen breekt de man, en vertelt waar hij het lichaam van de vrouw heeft begraven.
In een interview zei de advocaat van Michael P.: ‘Het is mijn werk, ik hoop dat mensen dat begrijpen.’ Hoger beroep hoort daarbij, hoe ontzettend naar dat voor de nabestaanden ook kan zijn. Ik denk niet dat het iemand helpt als we dat duiden als gebrek aan respect en empathie.