Demonstreren is een recht. Een grondrecht bovendien, gewaarborgd door artikel 9 van onze Grondwet. Een recht dat we moeten koesteren en beschermen, voor iedereen die daar gebruik van wil maken, of de geuite mening of boodschap ons nu wel of niet bevalt.
Inherent aan demonstraties is dat die soms verstorend zijn of het openbare leven in enige mate ontwrichten. Ook dat hoort er gewoonweg bij, dat kan (en moet) soms nodig zijn om de betoging kracht bij te zetten.
Of het nu boze boeren of klimaatbetogers zijn, pro- of anti-zwarte piet-betogers; die ruimte moeten we betogers geven. Of u het nu met de inhoud van de boodschap eens bent of niet, en of u nu persoonlijk hinder ondervindt van die demonstratie of niet.
Begrip kweekt legitimatie
Niet voor niets is het zo dat een burgemeester alleen in zeer uitzonderlijke gevallen een demonstratie kan verbieden – op grond van artikel 9 lid 2 van de Grondwet en ook de Wet openbare manifestaties.
Strafrechtelijk kan worden opgetreden tegen strafbare gedragingen en uitingen tijdens een demonstratie, maar dit is natuurlijk in principe reactief. Zulk gedrag voorkomen door een demonstratie vooraf te verbieden kan, als gezegd, enkel onder ‘stringente voorwaarden’.
Het lijkt er echter op dat deze vrijheid van betoging maakt dat sommige mensen menen dat alles maar geoorloofd is, zolang je dit doet omdat je boos bent op de regering. Niet zelden overigens aangewakkerd door het feit dat politici over elkaar heen buitelen om na een zogenaamde betoging – waarbij snelwegen zijn geblokkeerd, afval in de fik is gezet of andere vernielingen of wanordelijkheden zijn begaan – te zeggen dat dit niet de bedoeling is, máár dat ze wel begrip hebben voor de boodschap. Dat men het recht heeft onvrede over het beleid te laten blijken en te uiten. Begrip kweekt legitimatie, dat is een gegeven.
Geen verschil
Ik heb geen begrip voor dit soort acties. Nul komma nul. Wat de achterliggende boodschap ook is. Het recht op betoging is breed, maar mijns inziens nu ook weer niet zó breed dat het plegen van allerhande strafbare feiten – zoals vernieling, gevaarzetting of brandstichting – gelegitimeerd wordt omdat je nu eenmaal ergens boos over bent.
Bij de zogenoemde ‘corona-rellen’ in Eindhoven werd het beestje toch ook bij zijn naam genoemd: het waren rellen. Grapperhaus gaf destijds ook te kennen dat er terecht hard is opgetreden en dat dit crimineel gedrag is, dat met demonstreren niets te maken had. Een van de weinige keren dat ik het met deze minister roerend eens was.
Waarom hebben we geen begrip voor voetbalhooligans die de binnenstad slopen omdat ze boos zijn omdat hun club heeft verloren, maar zouden we wel begrip moeten hebben voor boeren die afval in de fik zetten midden op snelwegen – in de nachtelijke uren, hetgeen gewoonweg levensgevaarlijk is – omdat zij boos zijn over het stikstofbeleid? Ik zie het verschil niet.
Laat die ‘maar’ achterwege
In zijn algemeenheid heb ik in de regel, uitzonderingen daargelaten, geen begrip voor strafbare feiten (wat uiteraard niet wegneemt dat er verzachtende omstandigheden kunnen zijn bij de beoordeling van de strafwaardigheid van een bepaald feit, maar dat is een heel andere discussie).
Politici, die – lijkt mij – nog meer dan gewone burgers worden geacht de wet te kennen, moeten stoppen dit gedrag te legitimeren of dit soort acties aan te duiden als een demonstratie. Heb begrip voor de uitoefening van het recht van vrije betoging, ook als dat in enige mate de openbare orde verstoord, maar heb geen begrip voor gedrag dat niets met vrije betoging te maken heeft, maar gewoonweg gekwalificeerd kan worden als openlijk geweld (en tal van andere strafbare feiten). Laat die ‘maar’ voor de achterliggende boodschap of aanleiding van dat gedrag voortaan achterwege.