Het modellenportfolio van Mercedes-Benz mag gerust riant genoemd worden. Met recht voor elk wat wils. Toch vonden de Duitsers dat er nog wat ontbrak: een compacte SUV. Die omissie werd vorig jaar rechtgezet met de introductie van de GLB. Advocatie reed met de topuitvoering: de AMG 35.
Maar de GLA dan, horen wij u vragen. Dat is toch een compacte SUV? In zekere zin wel, niet in het minst omdat Mercedes die auto zelf zo noemt. Maar in wezen is het natuurlijk gewoon een uit zijn voegen gegroeide hatchback, het hokjesdenken van zijn makers ten spijt. Je kunt een doorzonwoning na het aanbrengen van een dakkapel wel een villa noemen, maar die window dressing overtuigt op de lange duur maar weinig mensen, zeker niet als in de wijk steeds meer échte villa’s verschijnen.
Hoekig en daadkrachtig uiterlijk
Enfin, de GLB dus. Dat we hier te maken hebben met een heuse SUV, staat als een paal boven water. In de vormgeving herkennen we stijlelementen van de G-klasse; Mercedes’ onbetwiste en inmiddels iconische off-road specialist. Of hij ook compact is, zoals Das Haus zelf blijmoedig beweert, daar lopen de meningen over uiteen. Met zijn ruim 4,6 meter is hij net zo groot als de GLC en – om maar eens een ander merk te noemen – de Audi Q5. Dat zijn toch geen kleine jongens. De doelgroep zal het vermoedelijk worst zijn; die valt voor het hoekige en daadkrachtige uiterlijk, dat naadloos aansluit bij wat de huidige mode voorschrijft. Het Gooi heeft er een nieuwe sterspeler bij; een Range Rover Evoque is immers zó 2020.
Mocht u denken dat de GLB buiten de gebaande paden even onverzettelijk is als zijn avontuurlijke uiterlijk suggereert, dan moeten we u teleurstellen. In dit segment is ‘show but no go’ eerder regel dan uitzondering. Verder dan een scheefliggende stoeptegel komt de gemiddelde SUV-eigenaar niet qua terreinrijden, dus waarom zou je je dan als fabrikant vermoeien met integrale aandrijving, zelfsperrende differentiëlen en meer van dat soort dure techniek, als suggestie ook volstaat? Onderhuids is de GLB, die overigens op hetzelfde MFA-platform staat als alle andere huidige ‘kleine’ Mercedessen, dan ook even doorsnee als welke andere middenklasser ook.
Er zijn drie ‘gewone’ benzinemotoren (variërend van een 1.3 met 136 pk, tot een 224 pk sterke tweeliter) en drie 2.0 diesels (116-190 pk) verkrijgbaar. Allemaal turbo’s, allemaal viercilinders. De instappers zijn voorwielaangedreven, de topuitvoeringen zijn voorzien van de bekende 4Matic vierwielaandrijving, opdat u een zanderige manege-opgang niet uit de weg hoeft te gaan. Een automaat is in alle gevallen standaard, afhankelijk van de motorisering met zeven of acht overbrengingen. Hybride- of elektrische uitvoeringen zijn er niet.
Het topmodel
Topmodel is de AMG 35, die uit zijn geblazen tweeliter 306 pk (400 Nm) weet te peuteren. Goed voor het standaardsprintje in 5,2 seconden en een topsnelheid van 250 km/u. Indrukwekkend, maar zeker niet het maximaal haalbare. In de GLA schopt hetzelfde motorblok het tot 387 pk (en gaat in die hoedanigheid als ‘45’ door het leven), maar Mercedes besloot dat dat voor de GLB teveel van het goede zou zijn.
De AMG onderscheidt zich van zijn minder sterke soortgenoten door zijn andere grille en bumpers, de in carrosseriekleur gespoten achterspoiler en het speciale 19-inch lichtmetaal. Onze testauto was gestoken in Patagoniërood (meerprijs 1.150 euro) en stond op de optionele 21-inch multispaak wielen (1.694 euro); voorwaar een smaakvolle combinatie. Om het hogere vermogen verantwoord op het asfalt te krijgen, is de ‘35’ voorzien van vierwielaandrijving, een achttraps ‘Speedshift’ automaat met dubbele koppeling, gewijzigde voorwielophanging, stijvere veren en dempers, grotere remmen en een uitgebreid assortiment rij-instellingen, inclusief launch control.
Het interieur is onberispelijk afgewerkt en heeft fraaie materialen, ofschoon het meeste ‘aluminium’ bij nadere beschouwing goedkoop plastic blijkt te zijn. Het dashboard, met zijn kamerbrede digitale (aanraak)schermen, is typisch Mercedes, evenals het zelflerende MBUX-multimediasysteem met augmented reality, dat we al kennen van de EQC.
Meer is niet altijd beter
Mercedes is zich enigszins verloren in de bedieningsmogelijkheden van de software en de verschillende menu’s: touchpads, draai- en drukknoppen, spraak- en gebarenbediening, het zit er allemaal op. En toont maar weer eens aan dat het motto ‘meer is beter’ niet altijd opgeld doet. Los daarvan is het uiterst plezierig vertoeven in de GLB. Leefruimte in overvloed (tegen meerprijs is zelfs een derde zitrij leverbaar), met een 14 cm verschuifbare achterbank en een riante kofferruimte. Kom daar maar eens om bij een Evoque.
In tegenstelling tot de meeste andere AMG’s, die met woeste zes- en achtcilinders zijn uitgerust, hoeft u bij de GLB ‘35’ niet bang te zijn voor overmatig auditief spierballenvertoon. De viercilinder klinkt potent en assertief, maar overschrijdt nimmer de grenzen der betamelijkheid. Zoals het hoort, al was het maar omdat u uw hoofdbedekking met de zonneklep naar voren pleegt te dragen terwijl u geniet van de gretige reacties op uw rechtervoet. Wat een formidabele krachtbron en aandrijflijn.
Snoeihard onderstel
En daarin schuilt meteen hét grote minpunt van de AMG GLB 35: zijn specificaties doen vermoeden dat we hier te maken hebben met een sportwagen in gezinsverpakking. Maar het blijft natuurlijk gewoon een SUV, met bijbehorend hoge gewicht en dito zwaartepunt. De ingenieurs hebben er alles aan gedaan om die bijeffecten zoveel mogelijk te elimineren, maar dat heeft – het adaptieve dempingsysteem (2.185 euro) ten spijt – een werkelijk snoeihard onderstel opgeleverd. Wij houden best van ‘sportief geveerd’, maar deze AMG deed ons af en toe vertwijfeld het hoofd schudden, zelfs met alle systemen in Comfort-stand. De AMG GLB voelt zich eigenlijk alleen thuis op biljartlakenstrak asfalt; daar excelleert hij op alle fronten en is hij de verpersoonlijking van de S in SUV. Daarbuiten is het echter een heel ander verhaal.
De Mercedes-Benz AMG GLB 35 is verkrijgbaar vanaf 81.349 euro (onze testauto kwam, inclusief extra’s, uit op 95K). Daarvoor krijgt u heel veel auto, met indrukwekkende prestaties en prachtige techniek. Maar als u ons de keuze zou laten, zouden wij opteren voor dat andere topmodel, de GLB 250 4Matic. Die levert een stuk minder motorisch geweld (224 pk, 0-100 km/u in 6,9 sec, 236 km/u), maar is – denken wij – een veel uitgebalanceerder geheel. En hij kost 63.564 euro. Voor die 18 mille die u dan in uw zak houdt, kunt u een hoop opties aanvinken. Overigens is er al een GLB voor 51.354 euro.