Met de introductie van de nieuwe BMW 4-serie, begin vorig jaar, was het natuurlijk een kwestie van tijd voordat de Oben Ohne-uitvoering het levenslicht zou zien. Die is er nu. Advocatie reed met het topmodel, de 510 pk-sterke M4 Competition M XDrive Cabriolet.
Dat is inderdaad nogal een mond vol, maar het logische gevolg van BMW’s onnavolgbare marketingstrategie (daar schreven wij eerder al over). Waar de dichte M4 ook leverbaar is met een bescheiden 480 pk, wordt de M4 Cabriolet vooralsnog uitsluitend in Competition-uitvoering aangeboden, wat de teller op 510 pk brengt.
Over onnavolgbaar gesproken, want bij een cabrio doet het credo ‘meer is beter’ over het algemeen geen opgeld. Niet alleen omdat een open auto per definitie minder stijf is dan eentje met vast dak, waardoor die laatste altijd het te prefereren precisie-instrument is als het gaat om ‘zo hard mogelijk’, maar vooral omdat de lol van open rijden hem juist zit in het genieten van het royale uitzicht, de zon op het schedeldak en het opsnuiven van de geur van vers gemaaid gras. Kanongebulder en opzichtig vertoon van spierkracht leiden in dat opzicht eerder af dan dat het iets toevoegt aan het genoegen.
Wat moet je ermee?
En dat is precies waarom de M4 Competition Cabriolet nogal schizofreen aanvoelt. Aan de ene kant wil hij een comfortabele cruiser zijn, aan de andere kant doet hij zijn uiterste best een supersportwagen te imiteren. Waardoor hij beide net niet is. De 3.0 zes-in-lijn twinturbo is een absolute heerlijkheid en zorgt voor ademstokkende prestaties: van 0 tot 100 km/u in 3,7 seconden en een topsnelheid van 250 km/u, waar BMW – na achterlating van een kleine 1.000 euro – met alle plezier 280 km/u van maakt. Omdat de strijd om de Alpha-status nu eenmaal op de linkerbaan wordt beslecht.
De achttraps automaat schakelt zijdezacht als het moet, hyperassertief als het kan. Vierwielaandrijving is standaard, ofschoon het systeem het grootste deel van het vermogen en koppel naar de achterwielen stuurt, en er is zelfs een speciale driftmodus. De uitlaat heeft een volumeknop en dan hebben we het over de instelbare motorrespons (‘normaal’ of vlijmscherp) nog niet eens gehad.
Prachtige techniek, maar het roept constant de vraag op: wat moet je ermee?
Prachtige techniek, waar de liefhebber zijn vingers bij aflikt, maar het roept constant de vraag op: wat moet je ermee? De wegligging is boven iedere twijfel verheven, maar je hebt een circuit nodig om het potentieel volledig aan te kunnen spreken. En dan nog wordt dat potentieel beperkt door het talent en – vooral – de durf van de man of vrouw achter het stuur. De M4 Competition kan simpelweg véél meer dan het gros van zijn bestuurders. Daar helpen de optionele carbon full race-kuipstoelen (€ 4.500) – die we u zouden ontraden als u maatje L bent ontgroeid – en keramische remmen (€ 8.754) geen moedertje lief aan. Bovendien, als u circuits pleegt te frequenteren, kunt u beter de M4 Coupé kiezen, die niet alleen 20 mille goedkoper is, maar ook stijver en 200 kg lichter.
Een ruime 2+2
Het uiterlijk is een kwestie van smaak. Over de enorme ‘nieren’, als het huidige BMW-familiegezicht, hoeven we het niet meer te hebben – daar is in de gespecialiseerde pers al genoeg over geschreven. Ironisch genoeg is het front een toonbeeld van beschaving en terughoudendheid vergeleken bij de onlangs geïntroduceerde nieuwe 7-serie, die voorwaar de wansmaak voorbij is. De achterkant is zelfs met een beetje goede wil elegant te noemen. Het fraai afgewerkte stoffen dak (40% lichter dan het metalen klapdak van zijn voorganger) staat hem prachtig en opent of sluit zich in 18 seconden. Met een druk op de knop, dat spreekt, en het kan zelfs rijdend. Tot 50 km/u weliswaar, maar toch: niets zo armoedig als in de file te worden uitgelachen door je medeweggebruikers als de hemelsluizen zich onverwacht openen.
Het interieur is typisch BMW, en dat bedoelen we in de positieve zin van het woord
Met de kap open hoeft u tot zo’n 150 km/u uw stem niet te verheffen. Daarboven neemt het windgeruis de overhand. Daar valt prima mee te leven, maar nieuwe maatstaven zet de M4 Cabriolet hier allerminst. Met dichte kap staat 385 liter bagageruimte tot uw beschikking. Met de kap open, blijft daar 300 liter van over en dat is helemaal niet verkeerd. BMW noemt de M4 Cabriolet een vierzitter, maar dat is schromelijk overdreven. ‘Een ruime 2+2’ dekt de lading een stuk beter.
Het interieur is typisch BMW, en dat bedoelen we in de positieve zin van het woord. Geen modieuze kamerbrede aanraakschermen, maar ‘old school’ fysieke knoppen waar die wenselijk zijn, en dat kunnen we niet sterk genoeg prijzen. De afwerking en gebruikte materialen zijn als altijd hoogstaand, de stoelen kunnen heerlijk laag worden gezet en het sportstuur voelt als een verlenging van het lichaam. De besturing is scherp, precies en vol gevoel, hoewel voor dagelijks gebruik misschien een tikkeltje aan de nerveuze kant. En daar wringt het dan toch met het beoogde cruiser-karakter.
Vlees noch vis
De M4 Competition Cabriolet is een beetje vlees noch vis. Het is geen relaxte flaneermobiel, want daarvoor is hij te hardcore en leunt hij te zwaar op zijn sportieve kwaliteiten. Het is echter, ondanks zijn beresterke motor en zijn tot de verbeelding sprekende prestaties, ook geen supersportwagen. Daarvoor is hij te zwaar (twee ton schoon aan de haak) en ontbeert hij de noodzakelijk scherpte en agiliteit. Maar als statement is hij onovertroffen, zeker in het prachtige Portimao Blau (€ 1.295) waarin onze testauto was gestoken.
De BMW M4 Competition Cabriolet kost € 147.000. Zonder extra’s. Onze testauto had voor ruim 30 mille aan opties aan boord, dus weet waar u aan begint. Kunnen het geweld onder de motorkap en het bijbehorende visuele en auditieve spektakel u gestolen worden, weet dan dat u voor € 65.500 de sleutels overhandigd krijgt van de 420i Cabriolet. Die heeft een viercilinder met 184 pk. Maar met evenveel hoofdruimte als de M4.