‘Als er een probleem is, zijn we geneigd altijd maar meer regels te maken. Het laten vieren van de teugels daar zijn we haast niet meer toe in staat’. Casper Riekerk is partner bij Finnius Advocaten, dat zich volledig toelegt op financieel toezicht-recht én een van de redacteuren van de Financial Law huB.
‘Als kantoor staan wij partijen bij die door het reguleringswoud in de financiële sector hun weg proberen te vinden. Dat doen we door ze te adviseren en door voor ze te procederen als ze zich willen verweren tegen AFM of DNB. De regels worden steeds uitgebreider; neem de implementatie van de vijfde Europese anti-witwas richtlijn. Ook wel de AMLD5, wat staat voor de Vijfde Anti Money Laundering Directive. In Nederland wordt die vertaald in de WWFT, de Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme.’
Nog scherper identificeren
‘Op stapel staat een verdere aanscherping van die wet, die kortweg twee grote gevolgen heeft. De kring van partijen die onder de regels valt, wordt groter. Zo gaan dienstverleners met betrekking tot crypto currencies nu ook binnen de reikwijdte van de wet vallen. Daarnaast komt er een UBO-register waarin alle belanghebbenden geregistreerd moeten worden. Zo wordt het voor partijen die buiten het zicht van de autoriteiten willen blijven nog lastiger om belangen binnen een onderneming te houden. Het steeds verder aanscherpen van de WWFT heeft veel impact heeft op bijvoorbeeld banken, verzekeraars en beleggingsinstellingen. Hun operationele processen voor het identificeren van klanten en uitvoeren van verificaties, monitoren van transacties nognauwkeuriger uitpikken van ongebruikelijke transacties worden steeds complexer.’
Symptoombestrijding
‘Hartstikke belangrijk allemaal, want het tegengaan van witwassen is in ieders belang. Maar soms vraag ik me wel eens af of we niet wat te ver doorschieten en of we ons in Nederland inmiddels meer bezighouden met symptoombestrijding dan met wat daadwerkelijk effectief is. Eigenlijk gaan we daarin ook wel een stapje verder dan wat Europa van ons vraagt. De veronderstelling dat we alles kunnen voorkomen als we het maar fijnmazig genoeg inrichten, is een idee-fixe. In andere landen zijn ze toch wat reëler.’
Geforceerd om mee te buigen
‘Neem het identificeren van de client. Het is altijd de vraag hoe ver je moet gaan en hoeveel je moet weten. Dat gebied is heel grijs. Maar als je vooraf vraagt hoe je je processen moet inrichten en hoe diepgaand je cliëntenonderzoek precies moet zijn om zeker te weten dat je het goed doet, dan kunnen ze daar eigenlijk geen antwoord op geven. Sterker, autoriteiten vinden dat de financiële instelling dat zelf moet weten en als die het zelf niet weet, dan ben je dus ook niet ‘fit for the job’. Instellingen worstelen daar gigantisch mee en worden geforceerd mee te buigen omdat ze anders allerlei maatregelen aan hun broek krijgen. Dus mijn reactie op de stelling ‘Anti-witwasregels en DNB: op of over de top?’ is eigenlijk wel: over de top. Ik vind hetgeen verlangd wordt eigenlijk niet meer doelmatig.’
Van meewerkende partij naar poortwachter
‘Als je een schoolklas hebt met één pestkop dan kun je wel iedereen iedere dag opnieuw door poortjes heen sturen om ze te controleren. Maar je kunt ook denken, als die ene pestkop zijn vinger opsteekt, dan hak ik die vinger er wel af zodat de rest gewoon kan in en uit wandelen. De rol van financiële instellingen is sinds de jaren ’90 verschoven van meewerkende partij naar poortwachter. Je kunt je afvragen of die rol niet veel meer bij de overheid hoort te liggen en ook of het allemaal nog wel zo effectief is. Want inmiddels moeten die instellingen zo ontzettend veel doen dat de kosten enorm toenemen en de doelmatigheid van de regels dan wel gegarandeerd moet zijn.
Beter geïnformeerd
‘Maar goed, we moeten het er nu eenmaal mee doen. Eenvoudiger zal het er voorlopig niet op worden. Het woud van regels en richtlijnen wordt alleen maar dichter. Gelukkig is er de Financial Law huB. Op het gebied van de anti-witwasregels vind je daar alle wet- en regelgeving, alle richtlijnen, verwijzingen naar de richtsnoeren die toezichthouders geven en alle andere complexe informatie. Handig en op één overzichtelijke plek. Wie toegang heeft tot de Financial Law huB, beschikt in korte tijd over veel belangrijke en actuele basisinformatie en is daardoor goed geïnformeerd en perfectly equiped. Alleen voor de heel specialistische vragen zou je dan nog je licht elders moeten opsteken. Daar zijn wij als advocaten dan weer voor beschikbaar.’