De vier Kamers voor het Notariaat (Amsterdam, Den Haag, Den Bosch, Arnhem-Leeuwarden) kregen vorig jaar 318 tuchtzaken tegen (kandidaat-)notarissen binnen. Dit zijn er 53 minder dan in 2019, vermeldt het jaarverslag van de kamers over 2020.
De kamers wisten vorig jaar in totaal 306 zaken af te handelen. In twee zaken werd een notaris uit het ambt ontzet, beide keren in het ressort Arnhem-Leeuwarden. Dit gebied kreeg ook de meeste zaken binnen. Net als in 2019 kregen negen notarissen een schorsing aan hun broek, van wie vier in het ressort ’s-Hertogenbosch. De Amsterdamse kamer legde vorig jaar geen enkele schorsing op.
Volgens het jaarverslag hebben de notariële tuchtcolleges grote achterstanden in het aantal zaken als gevolg van de coronamaatregelen weten te vermijden. Ze hielden in 2020 vooral digitaal zittingen of ze deden zaken af zonder een zitting te houden, als de betrokken partijen hiermee akkoord gingen. Het aantal nog openstaande zaken is daarom niet dramatisch gestegen; de bescheiden achterstand zal dit jaar worden ingelopen, zo schrijft voorzitter Van Leeuwen van de Commissie Notariaat in het voorwoord van het jaarverslag.
Inhoudelijk zijn er qua soorten zaken geen noemenswaardige verschuivingen waarneembaar ten opzichte van eerdere jaren, aldus Van Leeuwen. Wel ziet hij dat financieel misbruik van ouderen steeds vaker een onderwerp is voor de kamers, ‘net als elders in de samenleving’.
Ook constateert Van Leeuwen dat er een spanningsveld in het notariële vak is bijgekomen: “De kerntaak die het notariaat heeft als ‘poortwachter’ ter voorkoming of het tegengaan van louche, criminele of anderszins ongewenste praktijken, tegenover het relatief geringe instrumentarium dat het daarvoor ten dienste staat. Wie weet komt daar nog een golfje van zaken over digitale testamenten bij…”