De straf voor de advocaat-stagiaire die in 2014 werd betrapt op het stelselmatig foutief invullen van werkbriefjes voor zijn tolkende ex-vriendin – in haar voordeel -, is flink verzwaard. Kreeg hij van de Raad van Discipline nog een maand voorwaardelijke schorsing, dankzij een hoger beroep door de algemeen deken (die de straf te soepel vond), legde het Hof van Discipline hem op 1 februari 2016 vier maanden schorsing op, waarvan drie maanden voorwaardelijk.
Door Joris Rietbroek
De advocaat-stagiaire hield zich vooral bezig met vreemdelingen- en asielrechtzaken. Van maart tot en met september 2014 vulde hij de werkbriefjes voor de door hem ingeschakelde tolk stelselmatig verkeerd in, in 33 van de 41 onderzochte gevallen. Zo schreef hij tolktijd terwijl er niet getolkt was, declareerde hij diensten op locatie terwijl er telefonisch was getolkt en schreef hij declaraties van diensten die geannuleerd waren. De tolk in kwestie, zijn ex-vriendin, ontving hierdoor bijna 6.000 euro te veel. De stagiaire voerde aan dat zijn patroon bij een vorig kantoor hem een en ander verkeerd geleerd moest hebben.
Het bleef het niet bij deze misstappen: in mei 2014 schreef hij een referentiebrief voor zijn broer, die solliciteerde op een functie als tolk bij hetzelfde tolkenbureau, op het briefpapier van zijn kantoor. Toen zijn van niets wetende patroon later werd geconfronteerd met deze brief en de foutieve werkbriefjes ontdekte, werd de advocaat onmiddellijk op non-actief gesteld wegens verdenkingen van valsheid in geschrifte. Zijn stage werd van rechtswege geschorst.
De algemeen deken vond de door de Raad van Discipline opgelegde maatregel van een maand voorwaardelijke schorsing een lachertje en tekende hoger beroep aan. Wat de plaatselijke deken betreft was schrapping van het tableau een passende straf geweest. Hoewel het Hof van Discipline met hen meegaat dat de stagiaire de briefjes willens en wetens verkeerd moet hebben ingevuld – ‘het hof waardeert daarmee de feiten zwaarder dan de raad deed’, komt het niet tot schrapping van het tableau. ‘Die maatregel is niet geboden. Er bestaat onvoldoende grond om te oordelen dat reeds thans al alle vertrouwen in een praktijkvoering door verweerder ontbreekt.’
Maar een maand voorwaardelijke schorsing is inderdaad een te lichte straf: ‘Gelet op de aard (integriteit), ernst (er is schade berokkend; deze is nog niet vergoed) en duur (vele keren) van de incorrecte handelwijze van verweerder kan niet worden volstaan met een geheel voorwaardelijke schorsing,’ aldus het hof. Dat de advocaat een relatie had met de tolk, kan hierbij niet als een ‘mitigerende omstandigheid gelden. ‘Als professional had verweerder zich van de gevaren van verstrengelingen van belangen bewust moeten zijn’.
Het Hof van Discipline hoopt echter dat hij zijn leven kan beteren en legt vier maanden schorsing op, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Ook moet hij het te veel gedeclareerde bedrag van 5.890,62 euro terugbetalen aan het tolkenbureau. Een strafzaak tegen hem wegens valsheid in geschrifte is overigens door het Openbaar Ministerie geseponeerd.
Klik hier voor de uitspraak van het Hof van Discipline (PDF)