Steun uit onverwachte hoek voor zelfregulering in de advocatuur. In Swaziland hebben advocaten van de hoogste rechter gelijk gekregen in hun strijd tegen de bemoeienis van de overheid met het toezicht op de beroepsgroep. De High Court besliste vrijdag unaniem dat de commissie die door het parlement in het leven werd geroepen om het gedrag van advocaten te onderzoeken, niet mag doorgaan.
Dat schrijft de Times of Swaziland. Onlangs kondigde het parlement aan een commissie in te stellen die onderzoek doet naar beschuldigingen van onprofessioneel gedrag van advocaten, zoals corruptie, misbruik van derdengeldenrekeningen of verrijking door fraude.
De Law Society van Swaziland is van mening dat de commissie ongrondwettelijk is en vroeg de rechter zich uit te spreken over de kwestie. Dat tot woede van prins Guduza Dklamini (broer van de koning en voorzitter van het Huis van Afgevaardigden), die ervan overtuigd was dat parlementaire commissies zich mogen bemoeien met zelfregulering door beroepsgroepen. Ook zou de rechter zich volgens hem niet mogen bezighouden met parlementaire zaken die worden besproken in het Huis van Afgevaardigden.
Scheiding der machten
De rechter is het echter eens met de advocaten dat het parlement niet de bevoegdheid heeft te interveniëren in de rechterlijke macht of juridische beroepen. De poging van het parlement gaat volgens het High Court voorbij aan de doctrine van de scheiding der machten. Bovendien mag de advocatuur naar de regels van de grondwet aan zelfregulering doen.
De rechter opperde dat als het parlement zich zorgen maakt over potentiële misdragingen door advocaten, zij actie moet ondernemen via de bestaande structuren van de Law Society. Indien het parlement van mening is dat de huidige toezichtsvorm niet meer voldoet, heeft het het recht om de wet die de zelfregulering tot stand heeft gebracht, te wijzigen, aldus de rechter in zijn uitspraak.