Ondanks alle onderzoek, rapportages, conclusies, aanbevelingen, inspanningen en goede wil, is het probleem van de werkdruk in de rechtspraak en het openbaar ministerie door de jaren heen niet kleiner geworden. Dat staat in nóg een rapport met onderzoek, conclusies en aanbevelingen. Opsteller Jaap Winter wil de heilige huisjes neerhalen die verbetering tegenhouden, zonder hun waarden aan te tasten.
De opleidingscapaciteit is volgens Winter de grootste beperkende factor voor de instroom van rechters, en in zekere mate ook voor officieren van justitie. Het probleem zit hem niet in gebrek aan animo om rechter te worden, maar in het feit dat er onvoldoende capaciteit is om kandidaten op te leiden. De voortdurende toets-momenten gaan gepaard met omvangrijke bureaucratische belasting voor de rechters die als opleiders zijn aangesteld. Dit maakt dat veel rechters ervan afzien opleider te worden, naast al het overige werk dat gedaan moet worden. Hierdoor is de opleidingscapaciteit beperkt en kunnen kandidaten minder snel instromen. De afname van de werkdruk vertraagt daardoor.
Lees ook: Burn-outs, werkdruk en quiet quitting binnen de advocatuur
Arbeidsvoorwaarden
Hoewel indirect hebben ook arbeidsvoorwaarden invloed op de werkdruk. Vooral voor medewerkers in ondersteunende rollen, zowel juridisch als niet-juridisch, lopen de arbeidsvoorwaarden achter bij die in andere functies bij de overheid en in de private sector. Hierdoor vertrekken vooral de meer ervaren medewerkers snel naar beter gehonoreerde functies buiten de rechterlijke macht. In een krappe arbeidsmarkt wringt dit in het bijzonder, concludeert Winter.
Inzet gerechtsjuristen
Winter ziet ook een rol weggelegd voor gerechtsjuristen die een deel van de taken van de rechter kunnen overnemen, binnen de kaders van wat er verdragsrechtelijk en grondwettelijk is toegestaan. Hij denkt dan aan zittingsvoorbereiding, ondersteuning ter zitting en het schrijven van concept-uitspraken.
Daarnaast kijkt Winter ook naar rechter-plaatsvervangers. Dit zijn veelal ervaren juristen die vanwege een bijzondere expertise of omdat zij een overstap overwegen naar de rechtspraak worden in gezet in meervoudige kamers (MK-plaatsvervangers). Winter adviseert om het mogelijk te maken dat een ervaren jurist van buiten wordt benoemd als rechter-plaatsvervanger en wordt ingezet in een rechtsgebied, bij voorbeeld ook als unus iudex in specifieke zaakstromen. Hij wil dat deze mogelijkheid onderdeel wordt van actieve werving onder ervaren juristen buiten de rechtspraak die hiervoor in aanmerking kunnen komen.
Het volledige rapport met alle aanbevelingen is te lezen op de site van de NVvR