Amerikaanse bedrijven besteden een groot deel (20-30%) van hun juridische budget aan buitenlandse advocatenkantoren. Internationale kantoren uit West-Europa die sterk zijn in Intellectueel Eigendom, ‘het project gedaan krijgen’ en door andere in-house advocaten worden aanbevolen, krijgen het meeste werk toebedeeld. Dat blijkt uit onderzoek van LexisNexis Martindale-Hubbell over wat Noord- en Latijns-Amerikaanse bedrijven willen van internationale advocatenkantoren.
Het onderzoek is gebaseerd op antwoorden op een online enquête van 157 General Counsel en Heads Legal uit de Verenigde Staten, Canada en Latijns-Amerika. West-Europa blijkt voor hen nog steeds de belangrijkste markt te zijn: kantoren uit die regio ontvangen het grootste deel van de Amerikaanse legal budgets. Meer dan 15 procent van de respondenten zegt dat zijn bedrijf meer dan 30% van het budget in West-Europa besteedt, op de voet gevolgd door Azië, waaraan bijna 10 procent meer dan 30% besteedt. Nu meer bedrijven uitbreiden naar Azië, lijken de uitgaven voor externe advocaten in die regio ook te stijgen. 40% van de respondenten zegt plannen te hebben om de uitgaven daar te verhogen.
Het meest gevraagde rechtsgebied waarvoor buitenlandse kantoren worden ingeschakeld is Intellectuele Eigendom. 40% maakt gebruik van buitenlandse kantoren voor ten minste een vijfde van het IE-werk. Aan litigation en arbeidsrecht wordt ook een aardig deel van het budget gespendeerd: ongeveer een derde gebruikt buitenlandse kantoren voor ten minste een vijfde van dat werk.
De belangrijkste reden om een buitenlands kantoor te kiezen is volgens driekwart van de respondenten dat ze expertise hebben die bij lokale kantoren ontbreekt. Hetzelfde argument wordt echter gebruikt bij de vraag waarom ze kiezen voor een lokaal kantoor: marktkennis en ervaring zijn volgens 51% doorslaggevend.
Mond-tot-mondreclame
Mond-tot-mondreclame blijkt de beste manier te zijn om je als advocatenkantoor in de kijker te spelen bij bedrijven in Noord- en Latijns-Amerika. 87% van de in-house counsel benadert eerst collega’s bij andere organisaties om te vragen of ze iemand kunnen aanbevelen. Hetzelfde doen ze bij hun belangrijkste externe advocaten. 56% van de respondenten benadert zijn belangrijkste advocatenkantoor om te helpen zoeken naar een buitenlands kantoor.
De onderzoekers constateren overigens dat websites, seminars, conferenties, zoekopdrachten op internet en juridische databanken evenzo belangrijk zijn bij het selectieproces. Een derde van de respondenten heeft ze gebruikt om een eerste selectie te maken van een advocaat of advocatenkantoor in een vreemde jurisdictie.
Op de hoogte houden
Bedrijven wijzen eenmalige high-profilezaken in 59% van de gevallen toe aan zowel buitenlandse als internationale kantoren en in een kwart aan alleen internationale kantoren, waardoor die laatste meer van dit soort werk binnenhalen. Lokale adviseurs krijgen daarentegen eerder routineklussen (59%). Voor complexe zaken worden beide soorten kantoren even vaak ingeschakeld.
Het inhuren van een buitenlands advocatenkantoor gebeurt door veel cliënten op ad-hocbasis. Panels van advocatenkantoren worden in slechts een derde van de gevallen gebruikt, en eerdere samenwerking is geen garantie voor toekomstig werk. Dientengevolge geeft de helft van de in-house counsel de voorkeur aan betaling op basis van uurtje-factuurtje of betaling per project.
Mogelijk omdat de meerderheid van de advocatenkantoren op ad-hocbasis wordt ingeschakeld, wordt de relatie niet vaak tussentijds beëindigd. In de gevallen dat dat wel gebeurde, was dat veelal het gevolg van slechte service (64%). Het onderliggende element van slechte service is het gebrek aan communicatie van het buitenlandse advocatenkantoor bij het op de hoogte houden van de in-house teams over de geboekte vooruitgang.
Lees het hele onderzoeksrapport hier