De Officier van Justitie heeft dinsdagmiddag voor de rechtbank in Zwolle een werkstraf van 120 uur geëist – waarvan 60 uur voorwaardelijk – tegen voormalig advocaat Ron van Asperen uit Groningen. Deze straf moet hij wat het OM betreft krijgen voor zijn hoofdrol in het indienen van honderden vervalste aanvragen voor toevoegingen bij de Raad voor de Rechtsbijstand, tussen 2007 en 2009.
De officier hield er in zijn strafeis naar eigen zeggen onder meer rekening mee dat Van Asperen begin 2012 reeds is geschrapt als advocaat en dat ook de Raad voor de Rechtsbijstand een maatregel had opgelegd: hij zou als advocaat nooit meer toevoegingen mogen aanvragen. Voor een van de zeven in de tenlastelegging opgenomen feiten eist de officier vrijspraak, vanwege twijfels over getuigenverklaringen in dit specifieke geval. Voor de overige zes in het dossier uitgewerkte gevallen acht de officier van justitie valsheid in geschrifte ‘overtuigend bewezen’.
In de periode van 2006 tot 2009 diende Van Asperen geregeld aanvragen voor toevoegingen in op naam van verschillende kantoorgenoten om de limiet van maximaal 250 aanvragen per jaar te ontduiken, iets dat Van Asperen ook heeft bekend. “Ik ben eigenwijs geweest en dacht altijd dat ik ondanks de vele zaken wel kwaliteit kon leveren”, zei hij tijdens de zitting in Zwolle.
Advocaat Stijn Franken – die Van Asperen verdedigt – eist om meerdere redenen vrijspraak voor zijn cliënt. Zo deugen volgens hem de formuleringen in de tenlastelegging niet, mogen advocaten aanvragen van collega’s weldegelijk ondertekenen zodat er geen sprake is van valsheid in geschrifte en wijst hij op een contradictie in het requisitoir van de officier van justitie. die stelt dat Van Asperen namen van kantoorgenoten noteerde op aanvraagformulieren ‘zonder dat deze collega’s er weet van hadden’, terwijl de officier er ook van overtuigd is dat op kantoor Tiebout algemeen bekend was dat er meer aanvragen werden ingediend dan toegestaan.
De rechtbank doet op 31 december uitspraak.