Op 7 oktober 2011 zijn twee uitspraken gedaan op exequaturverzoeken van e-Court, één van de voorzieningenrechter te Almelo en één van de voorzieningenrechter te Zutphen. In beide zaken ging het om verstekvonnissen: de wederpartijen waren niet verschenen in de procedure, waarna de eisen zijn toegewezen. Beide verzoeken tot exequaturverlening werden afgewezen, omdat niet is gebleken dat de wederpartijen verweer hebben kunnen voeren. Dat meldt advocaat Arent Jan Oskam op de website van Kernkamp Advocaten uit Rotterdam.
Sinds 2010 bestaat de mogelijkheid van arbitrage bij e-Court. Dit is een instelling die een korte, overzichtelijke procesgang via internet biedt.
“De algemene voorwaarden van beide eisende partijen (T-Mobile respectievelijk PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland) in de twee procedures bevatten geen arbitraal beding. Dat betekent dat na het ontstaan van het geschil arbitrage moet zijn overeengekomen. Enkel niet reageren op de aankondiging van de eisende partij dat arbitrage bij e-Court aanhangig wordt gemaakt, is daartoe niet voldoende. Als daarna toch een veroordelend arbitraal vonnis volgt, is dat kennelijk in strijd met de openbare orde omdat geen geldige overeenkomst tot arbitrage tot stand is gekomen,” schrijft Oskam.
Daarnaast blijkt uit het reglement van e-Court dat de gedaagde partij, in tegenstelling tot de eiser, niet de mogelijkheid heeft om een verzoek tot mondelinge toelichting te doen. Tot slot blijkt niet uit het reglement hoe iemand zonder internetaansluiting kan reageren op een E-court arbitrage. Zowel de voorzieningenrechter te Almelo als de voorzieningenrechter te Zutphen zien geen andere mogelijkheid dan de verzoeken om tenuitvoerlegging af te wijzen.