In de rubriek Wat heb ik nu aan mijn bef hangen? bieden wij een podium aan advocaten of advocaatstagiairs die te maken krijgen met zich misdragende haantjes – of kippetjes – op kantoor. Kleine of grote ergernissen, opmerkelijke gebeurtenissen, rare uitspraken: laat het ons weten! Deze week twee verhalen: een onmogelijke opdracht, en een patroon die zijn stagiaire heel veel onnodig werk laat verrichten.
Relaas 1:
”Ik werkte op een middelgroot Amsterdams kantoor. Mijn begeleider was samen met zijn sectiehoofd op een buitenlands congres om te acquireren. Mijn begeleider had geen afspraken gemaakt met prospects en belde mij om die alsnog te maken, waarschijnlijk op instructie van zijn sectiehoofd. Het congres was toen al begonnen. Ik moest een lijst bedrijven bellen om afspraken te maken met hun vertegenwoordigers ter plaatse. Ik heb de contactgegevens gegoogled want als hij ze al had, waren ze nergens geregistreerd. Allemaal gevestigd in de VS.
Ik bel alle kantoren, maar kreeg niemand te pakken die mij kon helpen, hetgeen niet verwonderde omdat het in Nederland half tien ’s ochtends was en in de VS dus een paar uur vroeger. Ik belde mijn begeleider op om hem dat te vertellen. Hij begon gelijk te schreeuwen en dreigde me te ontslaan als ik niet binnen een half uur de afspraken voor hem zou hebben geregeld.”
Relaas 2:
”Mijn patroon keek stukken altijd in aanwezigheid van de stagiaire na. Hij gaf dan mondelinge feedback waarvan de stagiaire notities moest maken. Wijzigingen aanbrengen mocht alleen op zijn instructie, anders werd misschien ‘iets dat wél goed was alsnog verprutst’.
Tijdens het lezen van de inleiding van een uitgebreid conceptadvies vroeg hij mij waarom ik niet dieper op een bepaald onderwerp inging. Mijn reactie: “Je leest nu de inleiding, in het middenstuk ga ik dieper op dat onderwerp in en verwijs ik naar literatuur en jurisprudentie en pas ik het recht toe op de situatie van de cliënt, zoals je altijd van mij verlangt.” Dat zinde hem niet. Hij scheurde het stuk demonstratief doormidden en gooide het naar mijn hoofd. “Beter uitwerken!”, schreeuwde hij, en hij ging verder met rondneuzen op gaspedaal.nl.
Dus ik pas de inleiding aan. Bij de tweede versie komt hij tot pagina 3: “Dit onderwerp behandel je op pagina 1 en op pagina 3? Waarom doe je dat niet in één keer?”. Dus ik voeg de onderwerpen genoemd in de inleiding en het middenstuk samen. Bij de derde versie komt hij weer tot de derde pagina: “Dit is ingewikkelde materie! Op deze manier is het voor leken onbegrijpelijk. Zou een inleiding niet handig zijn?” De vierde versie was wel goed, met een paar kleine opmerkingen. Ik kreeg een half compliment.
De vierde versie was identiek aan mijn eerste versie, maar dan met een ander versienummer. De dag daarna begon ik met actief solliciteren bij andere kantoren.”