Een post op LinkedIn van cassatieadvocaat Vivien Rorsch is inmiddels meer dan 2.500 keer geliket. De boodschap voor haar vakgenoten? Gedraag je niet horkerig tegen secretaresses, student- en advocaat-stagiairs en andere collega’s. ‘Vriendelijkheid loont. Wees een hork op eigen risico.’
‘Herinner je je die student-stagiaire?,’ begint het bericht dat dateert van begin deze maand. ‘Je nam niet de moeite haar naam te onthouden, want elke twee maanden was er toch weer een ander. Over 5 jaar is Hoe-heet-ze rechter in je grootste inbreukzaak ooit.’
En die ‘sociaal onhandige secretaresse’ en ‘onzekere advocaat-stagiaire’ waartegen je snauwde of ongeduldig was? Jaren later kan dat volgens Rorsch zomaar de kantoordirecteur zijn van een firm waar je naartoe wilt verkassen, of de general counsel die een grote klus voor je in petto heeft.
Hielenlikken
Als advocaat sta je er dus niet best op als zij een eerdere samenwerking niet prettig vonden, concludeert Rorsch – die tevens werkt als docent, advocatencoach en retraites organiseert voor vakgenoten. Ze spreekt uit ervaring, legt ze desgevraagd uit. “Sinds vijf jaar run ik mijn eigen cassatiekantoor. Mijn cassatiezaken komen allemaal van oud-collega’s, student-stagiaires en andere mensen met wie ik vroeger samenwerkte – en dus niet van de partners voor wie ik jarenlang werkte.”
Ook naar partners verwijst Rorsch in haar LinkedIn-bericht. ‘En hoe vergaat het die twee partners wiens hielen je likte? De ene beschouwt je als concurrent en wijst alleen stinkzaken naar je door. De ander is al met pensioen,’ schrijft ze. De boodschap van de cassatieadvocaat is dat niet de mensen vóór wie je werkt je carrière vooruithelpen, maar juist degenen mét wie je samenwerkt. Vriendelijkheid loont kortom, horkerigheid niet.
Veel bijval
Een redeneertrant die digitaal veel bijval heeft gekregen. Inmiddels staat de teller op 2.521 likes, meer dan honderd comments (direct messages incluis) en 35 reposts. “Mensen herkennen de beschreven situaties van naar boven likken en naar beneden trappen, helaas,” zegt Rorsch. Ze geeft aan dat daartussen ook reacties zaten over serieus schrijnende situaties van horkerig gedrag.
Commentaar kreeg de advocaat ook op haar schrijfsel. Sommige lezers interpreteerde de tekst zo dat Rorsch haar bericht een pleidooi was om enkel vriendelijk te zijn als dit loont. “Zo bedoelde ik het niet,” legt ze uit. “Of je nu net begint of twintig jaar advocaat bent, het is altijd belangrijk je vriendelijk te tonen en je goodwill zal andere aanmoedigen om hetzelfde te doen.”
Zelf werkt Rorsch graag met stagiairs en junioren, stelt ze. Ze geeft toe dat altijd vriendelijk zijn door het stressvolle advocatenwerk soms lastig is. “De beste manier om daarmee om te gaan is goed voor jezelf te zorgen. Je moet niet alleen een duidelijk beeld hebben van de prioriteiten van de mensen met wie je samenwerkt, maar vooral ook je eigen werkdruk goed beheren.” Volgens Rorsch komt dit het werk zelf bovendien ook ten goede.