In een recente tuchtrechtelijke uitspraak staat opnieuw het belangenconflict van de advocaat als externe onderzoeker centraal. Het Hof van Discipline gaf de advocaten uiteindelijk een waarschuwing, onder andere nadat zij hun concept-rapport door de opdrachtgever lieten wijzigen.
Het klachtenonderzoek betrof meerdere klachten tegen twee werknemers van een bank, ingediend door medewerkers uit zowel Nederland als Engeland. De bank benoemde de advocaten als externe onderzoekscommissie om de klachten te onderzoeken en te beoordelen op (on)gegrondheid.
Het concept van het uiteindelijke rapport werd door de advocaten wel naar de bank gestuurd, maar niet naar de werknemers. Op aangeven van de bank werden er vervolgens wijzigingen in het rapport aangebracht, waardoor er volgens het hof geen sprake meer was van een volledig extern onderzoek. Dit wordt hen nu door de tuchtrechter verweten.
Belangen geschaad
Bovendien hadden de advocaten de opdracht gekregen een onderzoek te verrichten naar het geschil tussen de werknemers, op basis van de Nederlandse klachtenregeling. De conclusies in het rapport lijken echter buiten deze klachtenregeling te liggen, en meer in lijn te zijn met de Engelse klachtenregeling.
De advocaten hadden alle partijen vooraf laten weten dat zij zich aan de Nederlandse klachtenregeling zouden houden. Het hof is van mening dat, door toch opeens buiten deze klachtenregeling te onderzoeken, zij ‘de belangen van klaagsters op ontoelaatbare wijze geschaad’ hebben.
In het rapport zijn daarnaast ‘extra conclusies’ gepresenteerd, over onderwerpen die geen onderwerp van het onderzoek waren. Deze conclusies hebben uiteindelijk tot het ontslag van één van de werknemers geleid. Deze extra conclusies hadden volgens het hof nooit in het rapport mogen staan; ze vielen niet binnen de opdracht die hen gegeven was, en het is tevens niet aan een externe advocaat-onderzoeker om de opdrachtgever te adviseren over diens juridische positie.
Het hof benadrukt dat advocaten, zelfs als ze in een andere hoedanigheid optreden dan die van advocaat, nog steeds gebonden zijn aan het advocatentuchtrecht. Bij het uitvoeren van onderzoeksopdrachten dienen zij transparant, integer, onafhankelijk, deskundig en zorgvuldig te handelen, met respect voor de belangen van alle betrokkenen.
Conclusie
Als conclusie geeft het hof aan dat de advocaten als externe klachtencommissie zorgvuldig te werk hadden moeten gaan, en rekening hadden moeten houden met de gerechtvaardigde belangen van alle bij het onderzoek betrokken personen. Ook moesten zij zich, aldus het hof, bewust blijven van de mogelijke gevolgen voor betrokken partijen.
“Zij hebben zich, naar het zich laat aanzien, te veel laten leiden door de belangen van de bank als hun opdrachtgever,” aldus het hof. De advocaten hebben mede hierdoor van het hof ieder een waarschuwing gekregen, mede omdat ze geen tuchtrechtelijk verleden hadden. De berisping die zij eerder van de Raad van Discipline kregen wordt vernietigd. Het hof heeft geoordeeld dat ze gezamenlijk en als een eenheid hebben gehandeld, dus er is geen onderscheid gemaakt tussen de individuele advocaten in de opgelegde maatregel.
In opspraak
De rol van advocaat-onderzoekers is de afgelopen tijd meer in opspraak geweest. Eerder dit jaar nog achtte het Hof van Discipline een discussie over het verschoningsrecht van advocaat-onderzoekers noodzakelijk. In een zaak waarbij twee advocaten van NautaDutilh in opdracht van Baker Tilly onderzoek deden naar een ontoelaatbare truststructuur op Cyprus, oordeelde de Amsterdamse tuchtrechter in 2022 dat ‘de rol van partijdige advocaat niet verenigbaar is met de rol van onafhankelijk advocaat-onderzoeker’.
Lees hier de volledige uitspraak