Levenslanggestraften kunnen in plaats van na 27 jaar, na 28 jaar in aanmerking komen voor vrijlating, zo heeft minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind aan de Tweede Kamer laten weten. Dit komt omdat de re-integratiefase met een jaar wordt verlengd: van twee naar drie jaar.
Weerwind heeft de Kamer ingelicht over de stappen die hij neemt naar aanleiding van de uitkomsten uit het evaluatierapport ‘Besluit Adviescollege levenslanggestraften’, uitgevoerd door de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Naar mijn mening biedt het rapport aanknopingspunten voor verbeteringen in de periode voorafgaand aan de herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf,’ schrijft de minister.
Belangrijk signaal
Zo is volgens Weerwind uit de praktijk gebleken dat de duur van de re-integratiefase voor levenslanggestraften te kort is. Nu komen veroordeelden na 25 jaar detentie in aanmerking voor re-integratie; een traject dat momenteel twee jaar bestrijkt.
Te kort, volgens ‘ketenpartners’, met wie de minister in het najaar van 2022 heeft gesproken over het rapport. ‘Dit vind ik een belangrijk signaal,’ stelt de minister. ‘Het is van belang dat een levenslanggestrafte, die immers al zeer lange tijd gedetineerd is, voldoende tijd besteedt aan het werken aan re-integratiedoelen.’
Extra jaar
Minister Weerwind heeft daarom besloten om de duur van het re-integratietraject met een jaar te verlengen, waardoor deze drie jaar duurt. Hierdoor kunnen levenslanggestraften voortaan na 28 jaar detentie terugkeren naar de maatschappij, in plaats van na 27 jaar.
‘Het moment van de mogelijke invrijheidsstelling sluit hierdoor ook beter aan op de langste tijdelijke gevangenisstraf van dertig jaar: veroordeelden met deze straf kunnen namelijk na 28 jaar detentie met voorwaardelijke invrijheidsstelling,’ tekent Weerwind verder op. De ingangsdatum van de wijziging is nog niet bekend, maar de minister wil voor juli 2023 duidelijkheid te verschaffen.
Voldoende transparant
De minister reageert ook op de aanbeveling om advocaten van levenslanggestraften rechtstreeks te informeren over de adviezen van het Adviescollege Levenslanggestraften. Dit dus vóór het besluit van de minister over eventuele invrijheidstelling. Op dit moment ontvangen advocaten de adviezen nadat deze beslissing is genomen.
‘Volgens het Adviescollege ontstaat er in sommige gevallen een ongelijkwaardige informatiepositie tussen de levenslanggestrafte en bijvoorbeeld de justitiële inrichting waar deze verblijft’, schrijft Weerwind hierover. ‘Ik ben echter van mening dat het proces voldoende transparant is. Het advies is immers gevraagd door en gericht aan de minister. De justitiële inrichting maakt deel uit van het ministerie.’
Minister Weerwind schrijft tot slot ernaar te streven voor het einde van 2023 een wetsvoorstel over voorwaardelijke invrijheidstelling voor levenslanggestraften in te dienen.
Lees hier de volledige brief van minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind.