Een advocaat liet een bezwaartermijn verlopen, en probeerde vervolgens zestien maanden lang stiekem deze fout te herstellen. Buiten zijn cliënt om, stelde hij – zonder resultaat – beroep én hoger beroep in. De advocaat moest met de billen bloot, en zich tegenover de tuchtrechter verantwoorden.
De advocaat diende pas bezwaar in tegen de beëindiging van de WIA-uitkering van zijn cliënt nadat de bezwaartermijn verlopen was. Het bezwaar werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard door het UWV.
In plaats van zijn cliënt hiervan op de hoogte te stellen, besloot de advocaat op eigen initiatief beroep in te stellen. De raadsman verschijnt bij deze zitting, waar het beroep ongegrond verklaard wordt, zonder zijn cliënt. Vervolgens kiest de advocaat ervoor om – opnieuw zonder medeweten van zijn cliënt – hoger beroep in te stellen.
Nieuwe advocaat
Op 19 oktober 2020, ruim zestien maanden na het eerste bezwaarschrift, wordt de vrouw op de hoogte gesteld van de beroepsprocedures die inmiddels hadden plaatsgevonden. Ze kiest er op dat moment voor om een andere advocaat in te schakelen.
Dit is dan ook de kern van haar tuchtklacht: van een advocaat mag immers een zekere kwaliteit van dienstverlening verwacht worden. Zoals de raad het concreter omschrijft: ‘Een advocaat die een redelijk vermoeden heeft dan wel bemerkt dat hij tekort is geschoten in de behartiging van de belangen van zijn cliënt, is gehouden zijn cliënt daarvan onverwijld op de hoogte te stellen en hem, zo nodig, te adviseren onafhankelijk advies te vragen.’
Professionele advocaat
Van een professionele advocaat kan volgens de tuchtrechter enerzijds worden verwacht dat hij termijnen in de gaten houdt en hiernaar te handelen. Anderzijds moet een bekwame advocaat zijn cliënt tijdig op de hoogte stellen van ontwikkelingen. De advocaat heeft in dit geval echter geprobeerd zijn beroepsfout zonder medeweten van zijn cliënt te herstellen.
De pleiter had bovendien moeten weten dat verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding slechts bij hoge uitzondering wordt toegewezen. Zijn pogingen om de door hem gemaakte fout in een beroepsprocedure recht te breien, hadden vanaf het begin dus al kleine kans van slagen.
Bijna anderhalf jaar
Dat de situatie bijna anderhalf jaar heeft geduurd, wordt de advocaat erg aangerekend door de raad. Volgens de raad zou het handelen van de advocaat zelfs het vertrouwen in de advocatuur geschaad hebben. Omdat dit de eerste keer is dat de raadsman in aanraking komt met de tuchtrechter, krijgt hij een slechts voorwaardelijke schorsing van zes weken opgelegd, met een proeftijd van twee jaar.
Lees hier de volledige uitspraak