Een advocaat die slecht communiceerde en in meerdere gevallen verzuimde hoger beroep in te stellen of tijdig processtukken en een bezwaarschrift in te dienen, is door de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden in vier zaken van het tableau geschrapt. De tuchtrechter spreekt van stelselmatige overtredingen van de Advocatenwet en concludeert dat ‘verweerder niet in de advocatuur thuis hoort’.
De betreffende vier uitspraken dateren van afgelopen voorjaar, maar werden pas afgelopen week gepubliceerd op Tuchtrecht.nl. De betreffende advocaat liet onder andere meerdere malen een beroepstermijn verlopen in een arbeidsrechtelijk dossier. Hij had aan zijn cliënt toegezegd om hoger beroep in te stellen tegen de afwijzing van diens WIA-uitkering in een vonnis van de rechtbank, maar deed dit niet, waardoor de cliënt pertinent kon fluiten naar zijn uitkering. Bovendien bracht hij zijn cliënt niet op de hoogte van een belangrijke beslissing van het UWV hierover, zodat het niet meer mogelijk was de slagingskans van verdere bezwaren te bespreken.
In andere tuchtzaak had de advocaat ondanks zijn toezegging geen bezwaarschrift ingediend tegen een besluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg om de individuele begeleiding van zijn cliënt te verminderen. Hij hield zijn cliënt en diens zus bovendien niet op de hoogte van het verloop van hun zaak. Toen zij een andere advocaat inschakelden, kreeg die ondanks meerdere verzoeken niet het volledige dossier opgestuurd.
Tot op zekere hoogte erkent de advocaat tegenover de Raad van Discipline dat het hem inderdaad niet altijd lukte om zijn cliënten terug te bellen of mailen. Hij was een periode onregelmatig op kantoor vanwege een ernstig ongeluk van zijn echtgenote. Maar dat bezwaarschrift was toch echt ingediend, en hij had wel degelijk het dossier gestuurd aan de nieuwe advocaat van de klager.
De tuchtrechter gelooft dit laatste niet en neemt het de advocaat met name kwalijk dat hij zo ernstig te kort is geschoten in de rechtshulpverlening aan een zo kwetsbare cliënt. Dat is echter slechts één van de meerdere klachten die tegen de advocaat zijn ingediend. “Het beeld dat uit deze klachten oprijst, laat zien dat de gedragingen van verweerder geen incidenten zijn maar passen in een structureel patroon van volstrekt onvoldoende besef van verantwoordelijkheid in de wijze waarop hij zijn kantoor organiseert met betrekking tot de belangen van cliënten,” aldus de Raad van Discipline in de twee uitspraken. “De raad komt dan ook tot de conclusie dat verweerder niet in de advocatuur thuis hoort.”
De advocaat is in appel gegaan tegen de uitspraken, bevestigt de griffie van de Raad van Discipline.
Twee van de vier uitspraken van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden zijn hier en hier te lezen.