Het College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft op 17 september ingestemd met een onderzoek naar het toezicht op de advocatuur, voorafgaand op de aanstaande wijziging van de Advocatenwet. Het onderzoek wordt geleid door Arthur Docters van Leeuwen, voormalig procureur-generaal en oud-voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, en deels uitgevoerd door onderzoekers van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Algemeen secretaris Jan Suyver van de Nederlandse Orde van Advocaten geeft een korte toelichting.
Volgens Suyver zal het advies gaan “over een transparante doch krachtige organisatie van het toezicht op de advocatuur, in het bijzonder rond de afhandeling van klachten. Hierbij wordt ook gekeken naar het toezichtstelsel in enkele omringende landen, alsmede naar de praktijken bij andere relevante beroepsgroepen in Nederland.”
Bestudeerd zal worden welke vormen van toezicht er zijn, en hoe die werken. “Wat voor toezicht wil de Orde, en wat wil de samenleving dat de Orde aan toezicht heeft? Dat kan van licht naar zwaar lopen. Van belang zal zeker ook de maatschappelijke appreciatie van het toezicht zijn,” stelt Suyver.
Een klankbordgroep – bestaande uit de lokale dekens van Ansterdam, Arnhem en Zutphen en professor Bannier van de Universiteit van Amsterdam – begeleidt het onderzoek, dat “weliswaar door Docters van Leeuwen wordt geleid, maar deels wordt uitgevoerd door twee onderzoekers van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Dat verklaart de ogenschijnlijk hoge kosten; het gaat om een beperkt aantal dagdelen van Docters en een redelijk aantal van de beide onderzoekers,” aldus Suyver.