Nederland heeft onder anderen Gerard Spong, Geert-Jan Knoops of Peter Plasman die als bekende advocaten veelvuldig opduiken in de media. Enkele van hun Belgische evenknieën heten Walter van Steenbrugge, Jef Vermassen en Sven Mary. Deze Vlaamse ‘media-advocaten’ mogen van de Vlaamse Orde-voorzitter Dominique Matthys wel eens een toontje lager zingen; hij haalt publiekelijk uit naar deze advocaten die er op uit zijn zo vaak mogelijk te scoren in de media.
Matthys spuide zijn kritiek afgelopen week in een opiniestuk in de Vlaamse krant De Morgen, met de titel ‘Rechtspraak is geen spektakel en advocaten zijn geen circusartiesten’. In het artikel rept hij onder meer over het type advocaat dat meer dan graag bereid is de media te woord te staan om een scherpe mening te geven. “Net als alle andere Vlaamse advocaten stoor ook ik mij aan persberichten, interviews en opiniestukken die telkens opnieuw uitzonderingen veralgemenen of fouten uitvergroten,” schrijft Matthys. “Dat de pers zich daartoe laat verleiden is nog niet het ergste; veel erger is dat de veralgemening vaak van de eigen advocaten komt.”
Hiermee doelt Matthys op de kritiek die de advocaten Walter van Steenbrugge en Jan Dyck recentelijk hadden geuit op respectievelijk de kwaliteit van het Belgische pro deo-systeem en de beroepsopleiding voor advocaten. Dyck omschreef de Vlaamse examens afgelopen voorjaar als ‘een lachertje’. “Laten we nu eindelijk eens komaf maken met statements die er alleen maar op gericht zijn het publiek te behagen of ego’s te strelen,” zo roept Matthys op, naar eigen zeggen namens duizenden onbekende en hardwerkende advocaten. “Rechtspraak is geen spektakel, en wat zich dagelijks in de rechtbank afspeelt, is voor al wie erbij betrokken is bittere ernst.”
Van Steenbrugge zelf reageert in dezelfde krant als door een wesp gestoken op de kritiek van de voorzitter. “Ik heb mijn rug gerecht en mijn visie gegeven,” zegt hij. “Blijkbaar wordt dat niet geapprecieerd. Ik vind het vooral jammer dat Matthys weigert het inhoudelijke debat aan te gaan.” Een voormalig decaan rechtsgeleerdheid van de KU Leuven, Paul van Orshoven, vindt de kritiek van de Orde begrijpelijk, maar niet verstandig. “Zo schenk je ze alleen nog maar meer aandacht.”