Vanaf maandag 3 november start in enkele regio’s in Nederland de pilot ‘ZSM en rechtsbijstand’ (‘zo snel mogelijk’), in samenwerking met de plaatselijke (straf)advocatuur. Het betreft een experiment waarbij aangehouden meerderjarige verdachten voorafgaand aan het eerste politieverhoor altijd een advocaat te spreken krijgen, in de regel via een videoverbinding.
Het project is een samenwerking tussen Openbaar Ministerie, politie, de Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie van Veiligheid en Justitie en wordt als eerste uitgerold in de arrondissementen Oost Nederland, Midden Nederland en Rotterdam. Met deze pilot, die loopt tot mei 2015, wil het OM onderzoeken wat de gevolgen zijn van deze aanpak voor de rechtspositie van de verdachte, de inzet van de advocatuur, de impact op het ZSM-proces en de uitvoerbaarheid voor de betrokken partners.
Het OM omschrijft de ZSM-aanpak als ‘een werkwijze waarbij relatief eenvoudige strafzaken waar mogelijk snel, slim, selectief, en samenlevingsgericht worden afgedaan, met oog voor slachtoffer, verdachte en maatschappij.’ Onder meer de Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand hebben adviezen uitgebracht over de pilot door deelname aan de werkgroep ‘ZSM en rechtsbijstand’. Het onderzoek naar de uitkomsten van de pilot wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau.
Geen reistijd naar verdachte
Het contact tussen verdachte en advocaat vindt in beginsel plaats door middel van videocommunicatie met een op de centrale ZSM-locatie aanwezige advocaat, waardoor de advocaat geen reistijd naar de verdachte heeft en deze direct bijstand kan verlenen. In de regio Oost-Nederland wordt bovendien geëxperimenteerd met een werkwijze waarbij de piketadvocaat vanaf zijn eigen locatie inlogt en de verdachte via een tabletverbinding zal bijstaan. De pilot is mede bedoeld om te onderzoeken wat de gevolgen in de praktijk zijn van deze wijze van rechtsbijstandsverlening door middel van videocommunicatie. Gedurende de proefperiode zullen naar verwachting ruim 7.000 verdachten bij de pilot betrokken worden. De evaluatie van de pilot staat gepland voor de zomer van 2015.
In de huidige situatie wijst de hulpofficier van justitie de verdachte op diens recht op rechtsbijstand voorafgaand aan het eerste politieverhoor. Wel kan de verdachte afstand doen van dat recht. In het kader van de pilot zullen aangehouden verdachten altijd eerst een advocaat te spreken krijgen voorafgaand aan het eerste politieverhoor. De verdachte kan dan tegenover de advocaat kenbaar maken of hij een beroep wil doen op rechtsbijstand. De advocaat zal de verdachte informeren over de procesgang en over de consequenties van het aanvaarden van een directe afdoening.
Ook als de officier van justitie besluit een zaak direct met een strafbeschikking af te doen en de zaak dus niet op zitting bij de rechter laat komen, krijgen verdachten in het kader van de pilot desgewenst rechtsbijstand van een advocaat. De verdachte kan tegen een strafbeschikking in verzet gaan bij de rechter.