De vergoeding die advocaten ontvangen voor ondertoezichtstellingszaken in het jeugdrecht gaat toch niet omlaag. Dat blijkt uit brieven die staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Volgens de staatssecretaris is toch gebleken dat de beoogde nieuwe vergoeding niet verhouding zou komen te staan tot de tijd die advocaten aan dergelijke zaken besteden. In plaats van deze aanvankelijk geplande bezuiniging van 1,4 miljoen euro gaat wel de vergoeding voor bewerkelijke strafrechtzaken met bijna 5% omlaag. Hiermee blijft de vergoeding volgens Teeven toch ‘op een acceptabel niveau en is er nog altijd sprake van een verzachting van de eerder voorgestelde verlaging van 33 procent op bewerkelijke zaken voor strafrechtadvocaten.’
De eerste bezuinigingsmaatregelen op de rechtsbijstand gaan in per 1 januari 2015 en moeten in totaal zo’n 13 miljoen euro opleveren. Andere maatregelen die vanaf deze datum ingaan: de uitschakeling van de jaarlijkse indexering van de hoogte van de vergoedingen, eigen bijdragen en inkomensgrenzen tot en met 2018 (16,9 mln.) en een verlaging van het generieke puntentarief voor de advocatuur met € 0,35 (1,1 mln.).
In 2018 moeten de totale bezuinigingen zijn opgelopen tot 85 miljoen euro.