Wagenwijde open deur, of: goed dat het eens is uitgezocht? Onderzoekers Nicholas Rule van de University of Toronto en Nalini Ambady van Tufts University hebben aangetoond dat er een verband bestaat tussen de dominante smoel van de bestuursvoorzitter en de winstgevendheid van het advocatenkantoor. Andere conclusie: dominantie, en dus latere ‘winstgevendheid’, is al te herkennen op jeugdige leeftijd.
De onderzoekers lieten respondenten de gezichten zien van 73 managing partners van de honderd grootste Amerikaanse advocatenkantoren. De helft van de ondervraagde personen kreeg recente foto’s te zien van de websites van de kantoren, de andere helft foto’s van de latere managing partners uit de college yearbooks.
De foto’s werden beoordeeld op dominantie, volwassenheid, aantrekkelijkheid, betrouwbaarheid en likeability. De scores op dominantie en volwassenheid vormden samen de score van de kracht van de betreffende persoon, en die score blijkt een goede voorspeller te zijn van de winstgevendheid van het advocatenkantoor waar ze werken, aldus de onderzoekers. Niet alleen correleert de kracht van de hedendaagse foto’s van de bestuursvoorzitter met de winstgevendheid, dat blijkt ook te gelden voor de gemiddeld 33 jaar oude foto’s uit het jaarboek.
Het omgekeerde is ook waar. Er bestaat volgens de onderzoekers geen correlatie tussen likeabillity en betrouwbaarheid in de gezichten van de bestuursvoorzitters, en de winstgevendheid van kantoor.
Eerder onderzoek had al aangetoond dat cadetten in het leger met een dominant gezicht het eerder schoppen tot generaal. Iets vergelijkbaars geldt voor kandidaat-senatoren: driekwart van de kandidaten wiens gezicht als dominanter werd beoordeeld dan die van de tegenstander, wonnen uiteindelijk ook de verkiezingen. Het geval van de advocatenkantoren is echter interessant, stellen de onderzoekers, omdat managing partners doorgaans opklimmen binnen kantoor. Voordat ze tot bestuursvoorzitter worden gekozen, hebben de collega’s al kennisgemaakt met hun juridische werk en hun managementsvaardigheden. “Having a powerfull face should play a much smaller role than when leaders are hired away from other firms, where firts impressions might play a larger role.”
De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Social Psychological and Personality Science.