Een nogal ordinaire vechtscheiding, zo op het eerste gezicht. Maar wacht: de vrouw is advocate, en ze heeft opmerkelijke teksten. Zo kon ze naar eigen zeggen door de geboorte van een kind en het feit dat haar ex-man niet minder wilde gaan werken, niet aan de slag bij een advocatenkantoor uit de top 10. Daarom zit ze ‘bij een zogenoemd nichekantoor waar niet alleen het salaris lager ligt, maar ook de secundaire arbeidsvoorwaarden slechter zijn’.
Door Lucien Wopereis
De passages zijn te lezen in een onlangs gepubliceerde beschikking van de rechtbank Amsterdam. Van een gebrek aan zelfvertrouwen kan de advocate niet worden beticht, want ze gaat er kennelijk zonder meer van uit dat ze die positie bij een Top 10 kantoor ook bemachtigd zou hebben. Nu is ze dus veroordeeld tot een nichekantoor.
Dat gaat zo: ‘De vrouw betwist ook dat haar verdiencapaciteit niet zou zijn geschaad door het huwelijk en de geboorte van het kind. De vrouw voert daartoe aan dat de man had aangegeven geen concessies te willen doen, zoals minder werken, waardoor zij zich genoodzaakt zag haar ambities, om bij een top 10 kantoor te werken, te laten varen.’ Waarna de passage volgt over het nichekantoor, het mindere salaris (ruim 73.000 euro bruto per jaar) en de arbeidsvoorwaarden.
Een andere passage van de rechtbank zelf: ‘Gelet op het aantal daadwerkelijk te werken uren bij een zogenoemd top 10 advocatenkantoor, was het voor haar, aldus de vrouw, niet mogelijk bij één van de grotere kantoren te werken. Hoewel de rechtbank in het algemeen het standpunt van de man, dat gelet op het met goed gevolg afronden van de specialisatieopleiding Arbeidsrecht aan de Grotius Academie, de vrouw goede vooruitzichten heeft op een beter betaalde baan, deelt, kan dat er op dit moment niet toe leiden dat van de vrouw verwacht wordt dat zij volledig in haar eigen levensonderhoud voorziet.’
Volgt nog een partijtje moddergooien. Volgens de man is de vrouw een buitenechtelijke relatie aangegaan nadat hij ernstig ziek werd. Ook zou zij ervoor gezorgd hebben dat hij langer dan noodzakelijk in het ziekenhuis moest blijven. Toen hij uit het ziekenhuis werd ontslagen, wilde zij niet voor hem zorgen, waardoor hij zijn intrek moest nemen bij zijn ouders. Een traumatische ervaring. Ook maakte de vrouw hem zwart bij familie en vrienden.
Niet waar, stelt de vrouw. Zij erkent de buitenechtelijke relatie, maar de rest klopt niet. Het langere verblijf van de man in het ziekenhuis was in zijn eigen belang, zij zou goed voor hem hebben gezorgd toen hij uit het ziekenhuis kwam en het was juist de man die haar in een kwaad daglicht stelde bij vrienden en familie. Zo zou hij berichten tussen de vrouw en haar buitenechtelijke vriend hebben verspreid.
De advocate wint de zaak: de man moet een maandelijkse alimentatie betalen van ruim vierduizend euro, plus nog eens bijna duizend euro als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind.