Was Sdu ooit een uitgeverij, inmiddels is het bedrijf hard op weg om een softwarebedrijf te worden. CEO Sander de Groot en Director Legal Services Ebbo Haantjes over die geleidelijke en onvermijdelijke verandering.
Foto’s: Roel Dijkstra Fotografie
De rode letters Sdu prijken fier boven de skyline van Den Haag als je komt aanrijden richting het kantoorgebouw aan de Maanweg. De naam verraadt de rijke geschiedenis van de voormalige staatsdrukkerij en uitgeverij. CEO Sander de Groot is er trots op, maar de activiteiten van Sdu als innovatief softwarebedrijf zijn wat hem betreft een stuk interessantere gespreksstof.
De Groot (51): “De digitale transformatie heeft al plaatsgevonden. De aanwezigheid die we voorheen in boeken en tijdschriften hadden, hebben we nu digitaal. Natuurlijk gebruiken we de naam Sdu, we hebben een mooie historie waar we trots op zijn, we bestaan 200 jaar. Maar al die jaren hebben we ons aangepast aan de tijd. Er wordt hier zeker nog papier gemaakt, maar dit bedrijf beweegt duidelijk in de richting van het toepasbaar en toegankelijk maken van wet- en regelgeving, en dat doen we met websites en software. Wij willen goede content leveren, researchoplossingen, software, trainingen en dienstverlening.”
Hij noemt voorbeelden als OpMaat en NDFR, producten die met steeds slimmere software juristen en belastingadviseurs helpen bij het doen van up-to-date (en sneller) onderzoek en hun advieswerk vergemakkelijken. De Groot klinkt niet als een CEO die op afstand regeert. Eerder het tegenovergestelde, hij kan inhoudelijk tot in detail vertellen over de veranderende diensten van Sdu. Dat geldt ook voor collega Ebbo Haantjes (45), die als Director Legal Services de dienstverlening aan de juridische sector overziet.
Juiste bronnen
Haantjes weet dat juristen graag een wettenbundel doorbladeren, maar voorziet dat die papieren bundels hun langste tijd wel gehad hebben: “Het risico is nu dat papier niet meer up-to-date is. Je verwacht van een jurist dat hij de juiste bronnen gebruikt, en een wettekst van een jaar geleden kan al niet meer gelden. Tot nu toe komt slechts een deel van de rechtspraak online, maar binnen tien jaar komen daar per jaar zo’n miljoen uitspraken bij, dankzij een digitaliseringsproject van de Raad van de rechtspraak. Dus iedere advocaat krijgt veel meer online uitspraken tot zijn beschikking. Die hoeveelheid data is zo groot, dat moet je kwalificeren en kwantificeren met goede search-functies, want daar kun je niet meer handmatig doorheen. Bovendien is elke jurist een meester in de taal, dus al die uitspraken moet je goed taggen en makkelijk doorzoekbaar maken. Gelukkig wordt het technisch steeds beter te doen om de essentie uit teksten te halen.”
“Met behulp van de zoektechnologie van Bluetick kan binnen juridische zoekmachine Rechtsorde dankzij semantische search worden gezocht op de samenhang tussen woorden,” vult De Groot aan. “Met de toename van de hoeveelheid data wordt research nog relevanter, anders raak je verdwaald in alle data. Dat kan een mens niet behappen.”
Haantjes ziet dat ook de overheid steeds meer content beschikbaar stelt. “Het aantal openbare bronnen neemt snel toe. En daarnaast zitten advocaten, notarissen en belastingadviseurs inmiddels zelf ook op een berg van dertig jaar digitalisering, daar zit veel waardevolle content bij. Legal practice managementsystemen zijn niet altijd even goed in het doorzoeken van de eigen content.”
De Groot: “Dat betekent dat je niet optimaal gebruik kunt maken van alle kennis en ervaring in je eigen organisatie. Kijk alleen al naar grote advocatenkantoren, die hebben veel content uit alle zaken die ze in het verleden hebben gedaan. Wij kunnen ze helpen om die content goed te doorzoeken. We zijn aan het kijken hoe research er in de toekomst uit kan zien.”
Startups helpen versnellen
Dat werkt al in de fiscale markt, vertelt De Groot. Speciaal voor belastingadviseurs heeft Sdu software gebouwd ter ondersteuning van het opstellen van adviezen, met behulp van een research database. “Bij veel adviezen is de belastingadviseur steeds opnieuw het wiel aan het uitvinden. Dat is niet nodig als je het advies gestructureerd opstelt en je automatisch alle historie en de klantgegevens meeneemt. Tachtig procent van een advies is al eerder gebruikt, dus daarvoor kun de content gebruiken die je toch al had. Zo kun je je concentreren op de twintig procent persoonlijk advies en weet je zeker dat het advies klopt met de nieuwste wet- en regelgeving.”
Sdu mag dan een softwarebedrijf zijn, dat betekent niet dat alle innovaties ook echt uit eigen keuken komen. Haantjes en De Groot benadrukken dat ze ook steeds specialistische partners zoeken. Andersom wil het bedrijf graag een goede partner zijn voor startups. Met een Europees programma, Lightspeed, helpt Sdu startups bij het versnellen van hun ontwikkeling.
De Groot: “We helpen ze gedurende een jaar om verder te komen. Wij zijn zelf groot in Europa en veel startups hebben Europese ambities. Om die te verwezenlijken hebben ze echt iets aan onze kennis en ervaring op het gebied van bijvoorbeeld marketing en sales. Je ziet vaak dat startups erg vanuit hun product denken, en te weinig naar buiten gericht zijn. Wij kunnen helpen met het antwoord op vragen als ‘wat is je propositie, hoe ga je de ‘go-to-market’ regelen, wat word je sales focus?’”
Launching customers
Zelf ontwikkelen of overnemen, die vraag speelde niet echt bij de overname van Evidend, het online aandeelhoudersregister waar Sdu in 2020 instapte. Haantjes vertelt over die overname:
“Wij hadden zelf NotaFlow al en bekeken welke andere producten vanuit het notariaat nog niet goed digitaal werden aangeboden. Daarnaast waren we bezig met een onderzoek naar wat legal counsels nodig hebben in hun werkproces.
Een papieren aandeelhoudersregister was hen voor hen geen handig hulpmiddel, dus hebben we gekeken of we zelf een online register konden bouwen. Toen bleek dat er een startup mee bezig was en hebben we van hen de software overgenomen. Met Evidend helpen we de notaris en zijn eindklant. Een corporate kan nu zelf zijn boekje bijhouden, heeft snel een schema met de ultimate beneficial owners – de UBO’s – in de organisatie en beschikt over data van de aandeelhouders. Dit zodat ze ook de jaarlijkse vergadering makkelijker kunnen beleggen en deze aandeelhoudersdata, nu het niet meer op papier staat, is ook makkelijker te delen met derden, zoals banken of de accountant.”