We kunnen er over blijven schrijven. De ontwikkelingen op het gebied van social media gaan zo hard, dat een regelmatige update van de stand van zaken aangewezen is. Schreven we ruim anderhalf jaar geleden nog dat advocatenkantoren in Amerika steeds vaker richtlijnen ontwikkelen voor het gebruik van netwerksites, nu lijkt dat haast vanzelfsprekend. Of valt het wel mee? “Hier wordt bijna niet getwitterd, en doen ze dat toch, dan weten ze zelf wel wat gepast is.”
In Nederland lijken advocatenkantoren vooral bezig met het ontwikkelen van beleid om zoveel mogelijk voordeel te behalen met social media. Geen enkel kantoor negeert de mogelijkheden volledig. Er wordt op zijn minst onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van netwerksites als Twitter, LinkedIn en Facebook. Gedragscodes en richtlijnen voor werknemers zijn echter nog schaars.
Loyens & Loeff: gedragscode
Bij Loyens & Loeff houden ze wel rekening met de risico’s. Vorig jaar al wist de woordvoerder ons te vertellen dat het kantoor een gedragscode had vastgelegd om te voorkomen dat de problemen te groot worden als een van de advocaten “de plank totaal mis slaat” op een netwerksite. De code zou zelfs onderdeel gaan uitmaken van de arbeidsvoorwaarden. De vraag of het al zo ver is, kon L&L niet beantwoorden. Uitgangspunt is om personeel zo vrij mogelijk te laten, omdat verbieden toch niet werkt. Maar meningen moeten bijvoorbeeld duidelijk geuit worden in naam van de privépersoon, en niet in naam van het kantoor.
Het kantoor heeft zelf een twitter-account en 177 followers, maar nog nooit een tweet verstuurd. Op de Facebook-pagina is evenmin veel te vinden, behalve wat Wikipedia-info. Wel zijn er verschillende LinkedIn-pagina’s, voor geïnteresseerde studenten en alumni. Vanaf september zal Loyens & Loeff actiever aanwezig zijn op het web. Het kantoor laat weten: “Dan gaat de wervingscampagne van start. Social media zullen hier een belangrijk deel van uitmaken. Kanalen als Facebook, Twitter en LinkedIn worden enerzijds ingezet om een nieuwe generatie high potentials op een voor hen relevante manier te bereiken. Anderzijds zijn sociale media bij uitstek geschikt om ook over een langere termijn een relatie met kandidaten op te bouwen en te onderhouden. Uiteindelijk zal deze manier van in contact komen en blijven met de doelgroep een vast en niet meer weg te denken onderdeel van de recruitmentstrategie van L&L worden.”
Houthoff Buruma: dichttimmeren heeft geen zin
Dezelfde vrijheid geldt bij Houthoff Buruma, waar veel is gebeurd het afgelopen jaar. Voor de eigen advocaten en medewerkers is inmiddels een richtlijn opgesteld, “om op terug te kunnen grijpen”. Jaap Bosman, marketing professional bij Houthoff, kan echter verzekeren dat dat niet zomaar nodig zal zijn. “Mensen die hier werken zijn natuurlijk niet gek. Helemaal dichttimmeren heeft geen zin. Het is veel belangrijker dat ze begrijpen waarom het van belang is om voorzichtig te zijn op internet en je correct te gedragen. Van tijd tot tijd worden ze er wel op gewezen dat ze bijvoorbeeld moeten uitkijken met foto’s van feestjes en dergelijke. Maar dat doen we op een luchtige manier, als onderdeel van het compliance-programma. Aan de hand van een stukje uit de krant waarschuwen we bijvoorbeeld wel eens dat het zo niet moet.”
Naast een Facebook-pagina heeft Houthoff sinds bijna een jaar een LinkedIn-pagina, twitteraccount en – toch zeker vooruitstrevend te noemen – een eigen YouTube-kanaal én een speciale site voor blogs. Dat heeft alles te maken met de wervingscampagne die het kantoor vorig jaar ‘uitrolde’. De pagina’s en kanalen zijn dan ook bedoeld voor recruitment. Korte verslagjes van en interviews met studentstagiaires zijn bijvoorbeeld populair. Op LinkedIn gaat over twee weken ook de community van Houthoff in de lucht. Daarmee kan het kantoor contact onderhouden met het eigen netwerk en alumni.
NautaDutilh: grote sprongen
Ook NautaDutilh heeft grote sprongen gemaakt. Moesten we in september 2009 en april 2010 nog constateren dat deze reus alleen nog maar onderzoek deed naar de voor- en nadelen van netwerksites, het afgelopen jaar is stapsgewijs een social mediabeleid doorgevoerd. NautaDutilh heeft ingezien dat ze niet meer kon achterblijven. “Er was een kader nodig om te bepalen waarom we social media zouden gaan gebruiken en hoe,” aldus ad interim director marketing & Communications Lonneke Klijnsmit. Op de twee twitter-accounts van het kantoor groeit het aantal followers gestaag, “terwijl we dat niet bewust promoten. We laten het natuurlijkerwijs groeien.”
Op Facebook hebben ze wel een pagina, maar zijn ze nog niet actief. Op termijn zal dat waarschijnlijk het middel worden om studenten te bereiken, vertelt Klijnsmit. LinkedIn wordt gebruikt voor zakelijke contact. “Op verschillende fora worden discussies gevoerd. We merken bijvoorbeeld dat het in het vastgoed-segment heel goed werkt.” Voor privégebruik van sociale media zijn geen richtlijnen. Via de search, waarmee NautaDutilh regelmatig het hele web screent op wat er online over het kantoor gezegd wordt, kunnen eventuele tweets of andere posts van werknemers gesignaleerd worden. “Maar we gaan ervan uit dat mensen er verstandig en discreet mee omgaan. Tot nu toe is dat ook altijd goed gegaan. Voor zakelijk gebruik vanuit kantoor hebben we wel richtlijnen, die bijvoorbeeld bepalen dat via het Twitter-account van NautaDutilh altijd in het Engels wordt gecommuniceerd.”
De Brauw Blackstone Westbroek: serieuzer bezig
Bij de Brauw Blackstone Westbroek zijn gedragsregels voor kantoorgenoten evenmin nodig. “Er wordt bijna niet getwitterd en als dat al gebeurt, weten de advocaten zelf wel wat gepast is,” zegt woordvoerder Bert van Daalen. De Brauw is met social media nu wel ‘serieuzer bezig’ dan de vorige keer dat we het kantoor spraken over dit onderwerp. Voor recruitment van studenten en starters hebben ze inmiddels een Facebook-pagina en de LinkedIn-pagina’s van de partners worden binnenkort ‘op een mooie geüniformeerde wijze geprofileerd’.
LinkedIn is voor De Brauw volgens Van Daalen een verlengde van de professionaliteit die het kantoor toch al uitstraalt. “Het is een soort digitaal visitekaartje en dat moet er goed uitzien. Als mensen gaan googelen, komen LinkedIn-pagina’s hoog in de zoekresultaten. De eerste indruk willen we daarom zo goed mogelijk achterlaten. Net zoals we aan de telefoon en in persoonlijke gesprekken gewend zijn.” Hoewel ze het volgens Van Daalen moeten hebben van de persoonlijk relaties met de cliënt, kan LinkedIn ook praktisch zijn. “De Brauw heeft een groot alumni-netwerk en daarvoor hebben we onlangs een groep opgericht. Dat was bijvoorbeeld handig met de uitnodigingen voor de alumnidag en het scheelt ook veel telefoontjes van mensen die op zoek zijn naar iemand.”
Dergelijke praktische dingen worden bij De Brauw op de korte termijn geregeld. De rest vergt wat meer tijd. Van Daalen: “We hebben er ideeën over en marketing & communicatie en HR bespreken nu met het bestuur wat het beleid zal worden. Je moet altijd goed uitzoeken wat de kansen zijn.”
Stibbe: trainingen
Stibbe laat haar eigen mensen bewust gebruik maken van social media. Corporate Secretary Liesbeth Lanser laat weten: “Op kantoor hebben we een werkgroep ingesteld van mensen die geïnteresseerd zijn in het gebruik van social media voor Stibbe. Zij volgen trainingen en helpen mensen binnen kantoor op weg bij het gebruik van social media. Ze beantwoorden ook vragen als: hoe kun je social media het beste gebruiken, en: wat kun je beter niet doen? Met het aanmaken van een profiel op LinkedIn worden ze bij Stibbe ook geholpen, als iemand dat wil. Voor onder andere alumni zijn er groepen. Lanser: “Ontwikkelingen op het gebied van andere social media worden ook nauwgezet gevolgd. Met Facebook en Hyves wordt vooral bij arbeidsmarktcommunicatie geëxperimenteerd.”
Slot: nog niet vanzelfsprekend
Een richtlijn voor behoorlijk gedrag op sociale netwerksites is dus nog niet vanzelfsprekend. Misschien dat het in de toekomst wel harder nodig is voor advocatenkantoren, wanneer – of áls – er bijvoorbeeld meer getwitterd gaat worden door advocaten persoonlijk. Vooralsnog worden sociale media vooral gebruikt voor recruitment en het onderhouden van contacten met het netwerk en alumni. Het bereik is enorm gegroeid en een eigen LinkedIn-groep mag hoe dan ook niet meer ontbreken. Toch gaat de een verder dan de ander. You Tube-filmpjes en blogs van het kantoor, zoals bij Houthoff Buruma, bieden kansen voor een nog groter bereik.