Als een erfpachter overstapt van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht mag de bank hem om een nieuwe hypotheekakte vragen. De kosten daarvoor komen echter voor rekening van de bank. Dat blijkt uit een uitspraak van Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid), ditmaal in hoger beroep.
De casus waarin deze uitspraak is gedaan, gaat over een huiseigenaar die gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid van de gemeente Amsterdam om over te stappen van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht. Bij een voortdurende erfpacht kunnen de erfpachtkosten periodiek worden aangepast. Met het eeuwigdurende erfpachtrecht staan deze kosten voorgoed vast; de canon wordt alleen nog geïndexeerd voor inflatie.
Onredelijk
De Amsterdammer heeft de grond van zijn woning in erfpacht van de gemeente en een hypotheek bij de Rabobank. De bank vond dat vanwege de overstap van de man verlangd kon worden dat hij meewerkt aan een nieuwe hypotheekakte. Volgens de bank bestond namelijk het risico dat het bestaande hypotheekrecht van de bank, niet tevens het gewijzigde recht van erfpacht zou omvatten. De Amsterdamse huiseigenaar vond een nieuwe hypotheekakte dan weer overbodig, en achtte het onredelijk dat hij daarvoor kosten moet betalen.
De commissie van beroep van Kifid gaat niet mee in de redeneringen van de Rabobank. ‘De Commissie van Beroep concludeert dat het onaannemelijk is dat de overstap naar eeuwigdurende erfpacht zo wezenlijk is, dat er een nieuw recht van erfpacht is ontstaan’, valt te lezen op de Kifid-website. De veranderingen gaan vooral over het tijdstip waarop de kosten voor de erfpachtcanon worden vastgesteld, volgens het klachteninstituut.
Miniem risico
De commissie van beroep is daarom van oordeel dat het risico voor de bank ‘miniem’ is dat het bestaande hypotheekrecht in gevaar komt. Het opmaken van een nieuwe hypotheekakte vindt daarom ook de commissie niet noodzakelijk. Het verdict luidt dat het de bank vrij staat om een nieuwe hypotheekakte te verlangen ‘omdat zij van mening is dat er enige onzekerheid is over haar rechtspositie’, maar die rechtsonzekerheid is te gering om de kosten voor een nieuwe hypotheekakte voor rekening van de consument te laten komen.
Daarmee komt de commissie van beroep tot dezelfde, bindende conclusie als eerder de geschillencommissie van Kifid (in maart vorig jaar). Verder heeft het klachteninstituut nog een aantal soortgelijke klachten in behandeling over de kosten voor een hypotheekakte bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. Kifid meldt dat die in lijn met deze nieuwe uitspraak zullen worden beoordeeld.