De landelijke uitrol van verplicht digitaal procederen in civiele handelszaken (met een belang van minstens 25.000 euro) is definitief van de baan. Dit heeft de Raad voor de rechtspraak bekendgemaakt. Ook het systeem voor digitale procedures in asiel- en bewaringszaken wordt niet verder ontwikkeld. ‘Uitermate teleurstellend voor de balie,’ reageert landelijk deken Bart van Tongeren.
De Raad voor de rechtspraak geeft als reden om te stoppen met de landelijke invoering dat ‘de programmatuur omstreden is’. De Raad vindt het daarom ‘niet verantwoord om het huidige systeem landelijk in te voeren. […] Ermee doorgaan betekent dat er veel tijd, energie en geld in gestoken moet worden. Bovendien kan het digitale systeem maar beperkte tijd gebruikt worden, omdat de leverancier stopt met de ontwikkeling ervan’.
Verdere digitalisering in faillissement-, bewind- en strafzaken gaat wel gewoon door. Het voor advocatenkantoren ontwikkelde Aansluitpunt wordt dit jaar echter nog niet verder uitgebreid naar andere zaaksoorten. Hierover wordt meer duidelijkheid verwacht als de algehele aanpak van de digitalisering is bijgesteld.
Verder benadrukt de raad dat de tot nog toe geïnvesteerde 200 miljoen euro geen weggegooid geld is. Bovendien zijn de gemaakte kosten ‘gedekt binnen de reguliere begroting van de Rechtspraak, met aanvullende bijdragen vanuit het ministerie van justitie en vanuit het beschikbare eigen vermogen’.
Algemeen deken van de Orde van Advocaten Bart van Tongeren noemt het besluit van de raad ‘uitermate teleurstellend voor de balie’. “Advocaten hebben hun werkwijzen aangepast, personele veranderingen aangebracht en geïnvesteerd in de ICT-voorzieningen waar de Raad om vroeg. Digitaal procederen zou ook zorgen voor een efficiencyslag binnen de rechtspraak en kortere doorlooptijden voor rechtszoekenden. Dan is het een pijnlijke constatering dat het allemaal vervolgens niet doorgaat. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen over wat de Raad dan wel gaat doen.”
Voor de arrondissementen Midden-Nederland en Gelderland is in verband met het verplichte digitaal procederen een nieuw procesrecht ingevoerd. Van Tongeren: “Hierdoor wijkt het procesrecht bij deze rechtbanken af van dat van de rest van het land. Dat is natuurlijk een onwenselijke situatie. Wij gaan in overleg met de Raad voor de rechtspraak over dit dubbele procesrecht.”