Twee rechters van de rechtbank Midden-Nederland moesten zich recent wel verschonen. Van de ene rechter werkt een direct familielid bij het advocatenkantoor dat een partij bijstaat in een zaak waarin hij zou oordelen. De andere rechter gaat persoonlijk om met een advocaat in een echtscheidingszaak.
Het gebeurt niet vaak dat de verschoningskamer van een rechtbank op een dag twee verschoningsverzoeken van rechters moet toewijzen – laat staan vanwege hun contacten met betrokken advocaten –, om de onpartijdigheid van de rechtspraak volledig te kunnen garanderen. Afgelopen vrijdag verklaarde de verschoningskamer van de rechtbank Midden-Nederland twee van zulke verzoeken gegrond.
De ene rechter zou gaan oordelen over een geschil tussen een bedrijf – de eisende partij – en de gemeente Almere. Een direct familielid van hem bleek echter als advocaat te werken bij het advocatenkantoor van een van de partijen. Hierop voelde de rechter zich niet vrij om de zaak te behandelen; hij diende hij een verschoningsverzoek in, om ‘elke onwenselijke schijn van belangenvermenging’ te voorkomen.
De verschoningskamer van de Rechtbank Midden-Nederland erkent in dit geval dat de rechter ‘voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de schijn kan bestaan dat het hem aan onpartijdigheid zal ontbreken. […] In dat geval dient de rechter zich van een beslissing van de hoofdzaak te onthouden. Rechtzoekenden moeten immers vertrouwen kunnen stellen in het rechterlijk apparaat. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.’
Allebei vrijwilliger bij dezelfde organisatie
Een soortgelijke redenering gaat ook op inzake het verzoek van een andere rechter om zich te verschonen in een echtscheidingsprocedure. Zij heeft geregeld persoonlijk contact met een van de advocaten van de echtelieden, omdat ze allebei vrijwilliger zijn bij dezelfde buurtbemiddelingsorganisatie. De rechter vindt het daarom ‘onwenselijk dat zij als rechter en advocaat in dezelfde zaak betrokken zijn’.
‘Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter,’ onderstreept de verschoningskamer naar aanleiding van dit eveneens gegrond verzoek. ‘Dit is een zodanige omstandigheid dat zij zich niet meer voldoende vrij voelt om in de hoofdzaak op te treden dan wel te beslissen. De verschoningskamer ziet hierin, in aanmerking genomen de motivering van het verzoek, een genoegzame grond voor verschoning.’
Klik hier en hier voor de uitspraken