Een advocate staat met de beste bedoelingen de vriend van een vriendin bij in een conflict binnen een familiebedrijf. Als blijkt dat een kantoorgenoot van haar de tegenpartij vertegenwoordigt, trekt ze zich na enige maanden terug uit de zaak. Maar dan is het kwaad al geschied.
De partijen in de zaak zijn een vader en zoon die samen eigenaar zijn van een vennootschap die een uitzendorganisatie exploiteert. De vader is het niet eens met de manier waarop zijn zoon functioneert als aandeelhouder en bestuurder, en wil hem uit de zaak zetten.
Via via kent de zoon een advocaat. Zij geeft hem op verzoek uitleg over verkoop en levering van aandelen in een vennootschap en neemt in hoofdlijnen de aandeelhoudersovereenkomst en de managementovereenkomst met hem door. Tijdens een gesprek laat de cliënt vallen dat hij een kantoorgenoot van de advocaat herkent als de raadsman die zijn vader al meerdere keren heeft bijgestaan.
Reprimande
De advocaat vraagt haar kantoorgenoot of zijn cliënt er bezwaar tegen heeft dat zij de zoon bijstaat in de kwestie rond het familiebedrijf. Het duurt een tijd voor zij daar antwoord op krijgt. Zij laat haar collega weten dat zij in die tijd de zoon nog niet doorverwijst naar een andere advocaat.
Na twee maanden wordt duidelijk dat de vader het inderdaad onacceptabel vindt wanneer zijn zoon wordt bijgestaan door een kantoorgenoot van zijn eigen raadsman. De advocaat laat de zoon daarop weten dat ze hem niet meer kan bijstaan, adviseert hem de koopovereenkomst voor zijn aandelen te laten checken door een jurist en wenst hem het beste.
Enige maanden later krijgt de kwestie een staartje. Tijdens een gesprek, waarbij ook de bestuursvoorzitter van het advocatenkantoor aanwezig is, geeft de vader duidelijk aan dat hij vindt dat de advocate zijn zoon niet had mogen bijstaan. Zij biedt haar excuses aan. Na afloop krijgt ze een schriftelijke reprimande van het kantoor.
Tuchtklacht
De vader dient echter ook een tuchtklacht in. De vraag die hier centraal staat, is of de advocaat gedragsregel 15 heeft overtreden. Deze stelt onder andere dat een advocaat niet tegelijkertijd voor meer dan één partij op mag treden in een zaak waarin deze partijen een tegengesteld belang hebben. Het woord advocaat betekent hier ook het samenwerkingsverband waarvan hij of zij deel uitmaakt.
Mocht er een situatie ontstaan waarin dit tegenstrijdige belang zich voordoet, moet de advocaat zich terugtrekken. Een uitzondering kan worden gemaakt wanneer de huidige of voormalige cliënt er geen bezwaar tegen heeft wanneer een advocaat of diens kantoor aan beide kanten van de onderhandelingstafel zitten.
De beoordeling
De Raad van Discipline constateert dat de advocaat oog heeft gehad voor het feit dat haar kantoorgenoot al meerdere jaren als advocaat optreedt voor de vader en dat zij niet zomaar voor de zoon mocht optreden. Hoewel het ongelukkig is dat zij pas twee maanden later een terugkoppeling kreeg dat zij de zoon niet kon bijstaan, heeft zij in de tussentijd toch inhoudelijk diens belangen behartigd. Weliswaar is ging zij daarbij niet zo diep in op de inhoud als zij dat in een reguliere, aangenomen zaak zou doen, maar dat doet er niet aan af dat verweerster wel inhoudelijk heeft geadviseerd.
Zo heeft zij de zoon geadviseerd over het traject, welke informatie hij helder diende te krijgen, hoe hij het gesprek met zijn vader moest aanvliegen en heeft zij meegelezen met conceptbrieven. Tot zij zeker wist dat de vader daar geen bezwaar tegen had, had zij ook deze werkzaamheden voor de zoon niet mogen verrichten.
Zij heeft dus gehandeld in strijd met gedragsregel 15 en heeft daarmee ook artikel 46 van de Advocatenwet geschonden. Omdat deze tuchtzaak en de schriftelijke reprimande die ze al kreeg er stevig in hebben gehakt bij de advocaat, houdt de Raad het bij een waarschuwing.
Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 20 januari 2025 | ECLI:NL:TADRSHE:2025:11