
Het waren moeilijke tijden voor de advocaat. Ze raakte gewond en moest worden geopereerd, haar vader werd ongeneeslijk ziek en dan stond de wereld ook nog op zijn kop door de coronapandemie. Toch is dat allemaal geen reden om je cliënt vier jaar lang aan het lijntje te houden.
De cliënt van de advocaat woont in Spanje. Hij is al jaren gescheiden van zijn partner, maar betaalt nog wel de hypotheek van haar woning in Nederland. Daar wil hij vanaf en hij schakelt daarom in 2019 een Nederlandse advocaat in. Een jaar later wil hij weten hoe de zaak ervoor staat. Zij laat hem weten dat de rechtbanken kampen met forse achterstanden door Covid en bovendien de hele zomer gesloten zijn vanwege vakantie.
In 2021 uit de cliënt opnieuw zijn zorgen over het verloop van de zaak. Zijn advocaat weet hem opnieuw gerust te stellen en zegt dat zijn zaak bij de rechtbank ligt. Ze verzekert hem dat ze de rechtbank opnieuw zal overtuigen van de urgentie van de zaak. Dat verhaal houdt ze ook in 2022 stug vol: wees niet bang, alles komt goed.
Lees ook: Tuchtrecht: advocaat verkoopt vakantiewoning van oud-cliënten
Klacht bij de rechtbank
In 2023 heeft de man alle geduld verloren met de in zijn ogen traag werkende Nederlandse rechtbank. Hij besluit een klacht in te dienen. Zijn advocaat drukt hem op het hart dit vooral niet te doen. Maar voor de cliënt zijn de grenzen bereikt. Hij dient zijn klacht in en krijgt binnen een week antwoord van de rechtbank Den Haag: er is geen zaak bekend onder zijn naam. De cliënt laat zijn advocaat weten dat hij een schadeclaim wil indienen bij de rechtbank wegens de trage afhandeling én het kwijtraken van zijn zaak.
De advocaat probeert te redden wat er te redden valt. Zij biedt hem aan het tot dan toe betaalde honorarium van zevenduizend euro terug te storten en de zaak kosteloos voor hem te voeren. Maar wanneer haar cliënt haar vraagt om zaaknummer en alle correspondentie met de rechtbank, geeft zij niet thuis. En dan gaat het licht aan bij de cliënt. Niet de rechtbank, maar zijn eigen advocaat heeft de zaak vier jaar laten versloffen. Een tuchtklacht is het onvermijdelijke gevolg.
Tuchtzaak
De advocaat komt niet opdagen bij de behandeling door de Raad van Discipline om tekst en uitleg te geven. Dat levert haar geen bonuspunten op bij de raad, die toch al vindt dat zij het vertrouwen in de advocatuur op zeer ernstige wijze heeft geschaad. De raad mist ‘zelfinzicht en deemoedigheid’ bij de advocaat, die al twee keer eerder is berispt en nog in haar proeftijd zit voor een eerdere voorwaardelijke schorsing. De raad ziet nu geen andere passende maatregel dan schrapping van het tableau.
Daartegen gaat de advocaat in hoger beroep. Zij erkent dat zij in deze en eerdere zaken niet adequaat heeft gehandeld. De oorzaak daarvan ligt volgens haar in haar privéproblemen. Ze wijst erop dat ze heeft aangeboden de zaak kosteloos te voeren voor de cliënt en dat zij altijd heeft opengestaan voor mediation. Door coaching en intervisie heeft zij geleerd haar adviezen en afspraken met cliënten duidelijker vast te leggen. Zij vraagt het hof haar de minder zware maatregel op te leggen van een schorsing van 52 weken waarvan dertien voorwaardelijk.
Ze kan het hof er echter niet van overtuigen dat ze nog een kans verdient. Volgens het hof probeert de advocaat nog steeds om haar handelen recht te praten. Schrapping is daarom ook naar het oordeel van het hof de enige passende maatregel.
Hof van Discipline ’s Gravenhage, 14 februari 2025 | ECLI:NL:TAHVD:2025:27