Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie zegt in een nieuwe brief aan de Tweede Kamer toe om voor 15,9 miljoen euro op alternatieve manieren te willen bezuinigen op de gefinancierde rechtsbijstand. Het gaat vooralsnog om drie maatregelen die primair het strafrecht aangaan. Een totaal structureel bezuinigingsbedrag van 85 miljoen euro vanaf 2018 blijft intact. De Tweede Kamer debatteert woensdag en donderdag over de begroting van het Ministerie van VenJ.
Teeven gaat voor een deel mee met de maatregelen die strafrechtadvocaten in de afgelopen weken al aan hem opperden. Zo is hij akkoord met het bijstellen van een aantal forfaitaire vergoedingen: aan de fase van de bewaring tot de eventuele gevangenhouding wordt een hogere vergoeding gekoppeld, van een tot anderhalve punt. De vergoeding voor onderdelen later in de strafprocedure wordt naar beneden bijgesteld om alsnog een bezuiniging te bewerkstelligen. Dat levert vermoedelijk een besparing van 4 tot 5,5 miljoen euro op.
Ook valt de verlaging van het tarief voor bewerkelijke zaken minder hoog uit dan ruim 30%. Teeven noemt als voorbeeld een verlaging van 15%, wat een bezuiniging van 3,9 miljoen opbrengt in plaats van de geraamde 8,5 miljoen euro. Om wel aan het bedrag van 15,9 miljoen euro te komen, stelt Teeven als derde maatregel voor om de generieke vergoeding per punt (nu € 104,85) met ongeveer twee euro te verlagen. Het exacte uurtarief kan worden vastgesteld als het ministerie de eerste twee maatregelen in detail heeft uitgewerkt.
Tijdens het plenaire debat kwam D66 woensdag overigens met een alternatief voor de bezuiniging. Kamerlid Magda Berndsen stelde voor minder te korten op de rechtsbijstand met behulp van een extra potje voor de politie, ter waarde van 40 miljoen euro. D66 wil met dit bedrag in 2014 20 miljoen minder bezuinigen op zowel de rechtsbijstand als op het OM.