In het kader van 20e De Stand van de Advocatuur & het Notariaat 2015 en 10 jaar Advocatie vroegen we direct betrokkenen en twee buitenstaanders om hun visie te geven op de jubilarissen. Advocaat en columnist van het Advocatenblad Matthijs Kaaks was daartoe bereid. ‘In retroperspectief is het voor menigeen echter een zegen dat Advocatie niet veel eerder is verschenen.’
Door Matthijs Kaaks, advocaat, columnist Advocatenblad
Er was een tijd dat advocaten ongezien, als pissebedden onder een stoeptegel, hun werk deden. De tegel werd zelden gelicht en de advocaat wrong zich even zelden naar de oppervlakte. Tot 1989 gold bovendien een reclameverbod dat ook onnodige publiciteit in de ban deed. Natuurlijk wist de ijdelheid ook in de vorige eeuw geregeld te ontsnappen, maar dat bleef beperkt tot een enkeling, wat in de burelen van de balie meestal met afkeuring werd bekeken.
Niemand had een website waarop hij ronkend zijn kwaliteiten etaleerde. Geen enkele advocaat twitterde dat hij onderweg was naar een zitting. Het advocatenblad was in die tijd nog slechts een orgaan voor nuttige mededelingen, met hier en daar een ingetogen foto.
Als advocaten de krant haalden, was het meestal het handjevol strafpleiters die optraden in geruchtmakende zaken. Over het optreden van civiele advocaten, strubbelingen in een advocatenmaatschap, laat staan tuchtzaken, schreven de media nauwelijks. Wie zou toen bedacht hebben dat het een zelfbenoemd journalist anno 2015 wordt toegestaan om gewapend met een smartphone een filmpje te maken van een rechtszitting?
De tijd dat de advocaat zich meester waande over wat de wereld wel of niet van hem zou weten, is definitief voorbij. Sinds de invoering van de persrichtlijn 2013 van de Raad voor de Rechtspraak zal een advocaat zich de audiovisuele opname van zijn pleidooi moeten laten welgevallen. Het is goed mogelijk dat hij zijn optreden terug zal vinden op You-Tube, al dan niet voorzien van honend commentaar.
In de ontwikkeling die hiertoe heeft geleid was 2005 een belangrijk jaar. Het is het jaar dat de domeinnaam www.youtube.com werd geregistreerd door een bedrijfje dat was gevestigd in een garage in San Mateo. Het is ook het jaar dat in Nederland www.advocatie.nl verscheen. Beide media komen nu geregeld samen, bijvoorbeeld wanneer we in 2012 op Advocatie.nl lezen dat de geroyeerde advocaat Dion Bartels in een interview zijn comeback aankondigde met een link naar het YouTube-filmpje waarop het fragment is terug te zien.
Advocatenkantoren plaatsen er filmpjes die via de eigen website worden doorgelinkt. Soms in de vorm van een videokanaal of webtv, zoals bijvoorbeeld www.pelsrijcken.tv. Advocatie berichtte de afgelopen jaren geregeld over de meest opvallende filmpjes. Vergeleken met de tijd dat advocaten geen reclame maakten en de deken plachten te raadplegen alvorens in een zaak publiciteit te zoeken, heeft zich een ware revolutie voltrokken.
In retroperspectief is het voor menigeen echter een zegen dat Advocatie niet veel eerder is verschenen. Zoals voor de advocaat die we slechts kennen als mr. Y.
Mr. Y was eind jaren tachtig boos geworden op een rechtbankverslaggeefster van de Winschoter Courant die hem noemde in een column onder de titel ‘likmevestje’. De journalist uitte hierin kritiek op het zwakke optreden van een advocaat die van de politierechter onder uit de zak had gekregen wegens gebrekkige dossierkennis. De advocaat procedeerde tot de hoge raad en eiste 100.000 gulden wegens belediging.
Vergeefs uiteraard. Het recht beschermt immers geen lange tenen. De zaak staat nu bekend als het mr. Y-arrest. Maar wie hij was, deze advocaat, zullen we niet snel te weten komen. Het Advocatenblad publiceerde er niet over. Op internet is het niet terug te vinden. Het is een zaak die nu breed uitgemeten zou worden. Van Advocatie tot de Telegraaf.
En mr. Y zou met naam en toenaam op internet voor altijd aan de Likmevestjezaak verbonden blijven. Vergelijk het met strafpleiter Hiddema, die in 2014 in een mediastorm verzeild raakte toen hij zijn gram wilde halen op de Limburgse cartoonist Oppenheimer die hem als een louche advocaat had afgeschilderd.
Denkend aan mr. Y, was het ook voor rechter Hans Westenberg beter geweest als zijn zaak tegen advocaat Hugo Smit in de vorige eeuw had plaatsgevonden. Deze cause célèbre begon medio 2004 en ging over een cryptisch zinnetje in een interview met Smit: ‘Bij grote claims leert de ervaring dat Nederlandse rechters nerveus worden. Er gaan opeens gekke dingen gebeuren zoals rechters die uitvoerig gaan bellen over de zaak. In de Chipshol-zaak is dat ook gebeurd met mr. Westenberg van de Haagse rechtbank.’
In één van de allereerste nieuwsbrieven van Advocatie werd bericht over de uitgebrachte dagvaarding. De zaak leidde tot nieuwe zaken en explodeerde in de media. Nu, tien jaar later procederen beide heren nog altijd tegen elkaar, en heeft Advocatie er inmiddels tientallen artikelen aan gewijd.
Het werd niet alleen één van de duurste zinnetjes uit de Nederlandse geschiedenis, het laat vooral ook zien dat het anoniem procederen van mr. Y in de jaren tachtig van de vorige eeuw, definitief verleden tijd is. Mede dankzij Advocatie.nl.
#SvdA2015: Pablo van Klinken over hoe het begon
#SvdA 2015: Old School Juriaan Mensch
#SvdA2015: Uitgever Nico Mookhoek bij de rechter
#SvdA2015: de redacteuren die Advocatie kleur gaven
De Stand van de Advocatuur & het Notariaat 2015 bestellen? Klik hier
De presentatie van De Stand van de Advocatuur & het Notariaat 2015 werd mede mogelijk gemaakt door Van Lanschot en Grant Thornton