Succesvolle ideeën en plannen beginnen vaak eenvoudig. De Stand van de Advocatuur begon ook heel simpel. KSU bestond nog maar net. Er was nog maar één product en dat was De Adressendisk. We praten over het pre-internettijdperk, dus de Adressendisk was een setje schijfjes. Daarop stonden alle advocaten, notarissen en rechters van Nederland. Een revolutionair product, omdat het namelijk veel beter, sneller en goedkoper was dan het toen al 156 jaar oude losbladige boek van Kluwer.
Door Pablo van Klinken, founding father KSU
Maar de vraag was: hoe gaan we dat aan al die advocaten vertellen? Hoe weten zij dat wij bestaan? Ik zat te praten met Maarten van de Biggelaar, de uitgever van Quote en de toen net gelanceerde Quote 500. Hij zei: ‘Nederlanders zijn gek op lijstjes. Ik zet alles in een lijstje.’
Beter goed gejat dan slecht bedacht. Dus wij maakten op kantoor onmiddellijk de Top 50 van de Nederlandse advocatuur. Een lijstje dat we met de adressenredactie in elkaar draaiden op grond van onze redactionele databank. We hadden nog geen geld voor een mooie lay-out. De eerste editie van De Stand bestond gewoon uit vier velletjes tekst met een tabel.
Wij stuurden dat naar alle kranten (die papieren dingen uit het pre-internettijdperk) en natuurlijk naar Quote. Er kwamen wat publicaties van en daar stond dan keurig als bron bij: De Adressendisk, KSU Uitgeverij. Zo kregen we onze eerste bekendheid.
Het jaar daarop maakten we er wat meer werk van. Wij waren in onze jeugd opgegroeid met de Top 40. Begrippen als: ‘nieuw binnen met stip’ gingen al snel over tafel. Om te beginnen konden we in dat tweede jaar groeiers en dalers laten zien. Maar we telden ook het aantal partners per kantoor, het aantal mannen en vrouwen en wat andere algemene cijfers over de advocatuur.
Dat sprak de pers wel aan: het snelst groeiende kantoor van Nederland. Dus haalden we heel veel kranten, weer met bronvermelding.
Het jaar daarop was de grote doorbraak. Onze redactie had het hele jaar door braaf de mutaties bijgehouden voor onze disk. Ze hadden alle krantenberichtjes en -knipsels bewaard. Dus schreven we een echt verhaal over krimp en groei, maar ook over wat daar in onze ogen achter zat. Tot die publicatie hadden we altijd moeite moeten doen om de advocatenkantoren mee te laten werken. Ze wilden ons geen achtergronden of aanvullende informatie geven.
Op de dag dat de derde Stand uitkwam, stond er een groot artikel in het FD. Het stuk sloeg in als een bom, want er werden twee grote kantoren genoemd. Zij zouden sterk zijn gekrompen, terwijl anderen groeiden. Toen ik het kantoor binnenkwam werd ik opgewacht door onze vroege vogel. ‘Een of andere advocaat is boos op je en eist dat je hem onmiddellijk terugbelt.’ Vrij snel had ik de woedende maatschapsvoorzitter van een van die kantoren aan de lijn. Waar we ‘die onzin’ vandaan haalden? Het ging juist prima met zijn kantoor.
Een gesprek dat ik daarna ieder jaar met kantoren voerden die niet zo positief in De Stand stonden. Wij waren wel wij geworden en lieten alle tellingen paraferen door hun eigen marketingafdeling. De rest is geschiedenis.
Vanaf die derde uitgave waren we overal welkom. Iedereen wilde met ons kennis delen over ontwikkelingen. Accountants die in de markt stapten, Angelsaksische kantoren die naar Nederland kwamen, accountants die uit de markt stapten. Natuurlijk ook altijd veel informatie over hoe het bij de buren ging.
De oplage steeg, de grafieken werden steeds mooier, ons onderzoek steeds beter en uitgebreider. Er kwam een jaarlijks feestje met leuke sprekers. Iedereen in de branche had het boekje in de kast. Een prachtig resultaat om meer dan trots op te zijn. En die adressendisk, die liep ook als een trein. Iedereen kende ons, van ‘De Stand’.
Advocatie
Wij lazen bij KSU Legal Week, een Engels blad (papier, pre-internet, u weet wel) met wekelijks achtergrondnieuws over de advocatuur in Engeland. Ik las ook Adformatie, het blaadje van de reclamewereld. Ik dacht: de advocatuur is net de reclame. Niets onaardigs, maar de advocatuur is een beetje ‘ons kent ons’. Ze hebben met elkaar gestudeerd, zaten in het dispuut of op de opleiding. Ze willen vast weten wat er gebeurt in hun wereldje.
Het papieren tijdperk was voorbij. Wij maakten een e-mailnieuwsbrief. Met daarin alles over de advocatuur, dat niet juridisch was. Wie werkt waar, gaat waar naartoe en waarom? We werden geboren onder een gelukkig gesternte. De eerste echt knallende partnerruzie, waarbij partners op straat werden gezet omdat ze naar de concurrentie gingen. Tom de Waard werd bij Stibbe het pand uitgezet omdat hij overstapte naar Clifford. Dat was nog nooit vertoond. Het gonsde van de geruchten: ‘zijn foto hangt in de lift’, en: ‘zijn bureau staat letterlijk voor de deur’.
Dat soort berichten werd nog niet opgeschreven. Het officiële beleid van Het Advocatenblad was bijvoorbeeld: geen berichten over individuele kantoren.
En was er vraag naar? Als ik de advocaten moest geloven niet: ‘wij lezen die roddels niet’. Maar als ik onze Google-cijfers zag: ‘reken maar dat er behoefte was. Jaar in jaar uit hadden de bestgelezen artikelen seks en ruzie als onderwerp. Soms wel teleurstellend als u weet hoeveel mooie stukken wij hebben geschreven over management en ontwikkelingen in de advocatuur.
Nu zijn De Stand van de Advocatuur & het Notariaat en Advocatie niet meer weg te denken uit de juridische wereld. Ze zijn een voorbeeld van ondernemen zoals het bedoeld is. Gewoon proberen, steeds verder verbeteren en dan maar zien of je er geld aan kan verdienen. Dat is mede te danken aan de hoge kwaliteit onderzoek en de vele gesprekken die de redactie heeft kunnen voeren.
Een paar mooie producten om op terug te kijken. De toekomst zal laten zien hoe ze zich verder ontwikkelen. Dat geldt ook voor de advocatuur en het notariaat. Via nieuwe initiatieven zoals DoeHetZelfNotaris blijf ik de juridische markt volgen en zoeken naar nieuwe wegen. Als die net zo succesvol worden als De Stand en Advocatie, dan hoort u mij niet klagen.
De Stand van de Advocatuur & het Notariaat 2015 bestellen? Klik hier
De presentatie van De Stand van de Advocatuur & het Notariaat 2015 is mede mogelijk gemaakt door Van Lanschot en Grant Thornton