De strafzaak over de moord op de 8-jarige Jesse Dingemans moet over. Dat heeft de Hoge Raad beslist omdat het gerechtshof in Den Bosch had moeten onderzoeken of de verdachte in hoger beroep zich bewust niet heeft laten bijstaan door een advocaat.
Julien C. werd in februari vorig jaar door het hof in Den Bosch veroordeeld tot levenslang voor de moord op het jongetje uit Hoogerheide. Tijdens het hoger beroep voerde C. zijn eigen verdediging. In cassatie is een advocaat verplicht, en de advocaten van C. stelden bij de Hoge Raad dat het hof het recht van hun cliënt op een eerlijk proces volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft geschonden. Het hof had niet zonder verder onderzoek mogen aannemen dat C. geen hulp van een advocaat wilde.
Als een verdachte afziet van een advocaat, hadden de rechters volgens de Hoge Raad inderdaad indringend moeten onderzoeken of die “ondubbelzinnig, bewust en vrijwillig” afstand doet van zijn recht op rechtsbijstand. Dat heeft het gerechtshof in Den Bosch in deze zaak onvoldoende gedaan, aldus de Hoge Raad. De zaak wordt nu overgedragen aan het Hof Arnhem.