Er is onenigheid tussen onderzoekers over de afkomst van een DNA-spoor op een kogelhuls die werd gevonden na de beschieting van ex-advocaat Marcel Senders, in februari 2013. Dit meldt het Eindhovens Dagblad.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) stelde maandagmorgen in de strafzaak over de liquidatiepoging dat het spoor onbetrouwbaar is en daarmee ongeschikt als bewijs. The Maastricht Forensic Institute (TMFI) zei eerder dat het spoor wel van de hoofdverdachte afkomstig moet zijn. Senders werd begin vorig jaar in zijn auto, vlakbij zijn huis in Waalre, van dichtbij beschoten. Er werden drie kogels op hem afgevuurd, zo bleek tijdens de rechtszaak. Hij werd niet geraakt, maar liep wel lichte verwondingen op door rondvliegend glas. De dader ging ervandoor op een fiets.
In november vorig jaar werden drie mannen uit Mierlo aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de schietpartij. Zij staan deze week terecht in de rechtbank van Den Bosch, die meerdere dagen heeft uitgetrokken voor de behandeling van de zaak.
Er mag onder de deskundigen dan onenigheid zijn over het DNA-spoor op de kogelhuls, vast staat wel dat op de fiets aangetroffen DNA-sporen afkomstig zijn van de 29-jarige hoofdverdachte. Een strafeis van het Openbaar Ministerie volgt vrijdag.
Kort na de beschieting van Senders werd er brand gesticht bij advocatenkantoor Custos, waar hij toen nog werkzaam was. De advocaat werd hierop maandenlang beveiligd. Begin dit jaar liet Senders zich uitschrijven als advocaat. Hij is intussen nog betrokken bij een onderzoek naar faillissementsfraude en valsheid in geschrifte, waarvoor het OM hem vervolgt.