‘Nederlandse advocaten worden niet tegen de muur gezet, ze worden onder water gedrukt.’ Het kort geding van Stibbe-advocaten tegen de Staat over structurele schendingen van hun verschoningsrecht door het OM en de FIOD is amper een kwartier bezig, of hun kantoorgenoot Tim de Greve vliegt er vol in.
Het door Stibbe aangespannen kort geding tegen de Staat diende dinsdag bij de rechtbank in Den Bosch. De inzet: het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie en de FIOD moeten voor eens en altijd stoppen met het heimelijk inzien en vergaren van e-mailcorrespondentie tussen advocaten en hun cliënten, oftewel met structurele schendingen van het verschoningsrecht.
Die schendingen hebben volgens Stibbe jarenlang plaatsgevonden in de strafzaak tegen hun cliënt, vermogensbeheerder Box Consultants uit Waalre, die wordt verdacht van witwassen en valsheid in geschrifte. Al sinds 2015 hebben FIOD- en OM-onderzoekers vertrouwelijke informatie vergaard uit vertrouwelijke e-mails tussen Box en advocaten van Stibbe, destijds in beslag genomen via de e-mailprovider van Box. Onder de advocaten is partner Daan Doorenbos, die in deze zaak cliënt is van zijn kantoorgenoot Tim de Greve. Hij kwam er toevallig achter dat het OM de e-mails van en aan zijn kantoor had bemachtigd.
Volgens de Stibbe-advocaten werken de opsporingsdiensten met zogenoemde geheimhoudersfunctionarissen, die de mate van vertrouwelijkheid van talloze vergaarde e-mails moeten bepalen voordat een bericht al dan niet in het strafdossier belandt. “Dat zijn e-mails van Stibbe, daar had het OM met z’n tengeltjes vanaf moeten blijven,” sneert De Greve tijdens de zitting. Want op het moment dat zo’n geheimhoudersfunctionaris een mail van of aan Stibbe onder ogen krijgt, is het kwaad al geschied en het verschoningsrecht geschonden, stelt hij. Zeker als hierover geen overleg is gepleegd met de geheimhouders zelf, de deken of de rechter-commissaris die over de aard van de berichten zou moeten oordelen.
Zwartgelakte handleiding
Volgens Stibbe hebben het OM en de FIOD zodoende welbewust en structureel hun verschoningsrecht geschonden. Niet een of twee keer, maar meer dan drieduizend keer, betoogt De Greve. Dat is volgens hem geen ‘menselijke fout’ meer; om precies te zijn zouden 3.115 e-mails van Box en de Stibbe-advocaten zijn ingezien, op een totaal van twee miljoen in beslag genomen e-mails. Een vaste werkwijze door het OM voor deze inzage, in de vorm van een interne handleiding, werd enkele weken terug openbaar na een WOB-verzoek. Al was het document wel grotendeels zwartgelakt.
‘Het feit dat de Staat bij hoog en bij laag in alle procedures blijft volhouden dat deze werkwijze geoorloofd zou zijn, legt een schrikbarend disrespect voor het verschoningsrecht en institutioneel wantrouwen van het openbaar ministerie jegens de advocatuur bloot,’ zo staat in de dagvaarding van Stibbe. Volgens de advocaten zijn duizenden berichten ‘op meerdere plekken binnen het OM, de FIOD en de Belastingdienst gekopieerd, geprint, inhoudelijk gelezen en verwerkt’.
De Stibbe-advocaten vrezen dat dit dagelijkse kost is en dat ook e-mails van en aan advocaten, waarover door opsporingsambtenaren of officieren van justitie ten onrechte is geoordeeld dat deze niet onder het verschoningsrecht vallen, toch structureel worden gebruikt in strafrechtelijke onderzoeken.
Fel van leer
Op zitting trekken De Greve en Doornenbos nog eens fel van leer om voorzieningenrechter Loesberg te overtuigen, gesteund door vertegenwoordigers van de strafrechtverenigingen NVSA en NVJSA in de rechtszaal. Of de verenigingen zich als partijen mogen voegen in het kort geding – wat ze graag willen –, overweegt de rechter nog. De Staat is hier in ieder geval tegen, bij monde van drie Pels Rijcken-advocaten.
De Greve houdt de voorzieningenrechter voor hoe ‘rechters niet weten van de praktijken van het OM’. Hij hekelt het feit dat de handleiding voor geheimhouderstukken jarenlang verborgen is gebleven en dat vertrouwelijke berichten soms pas als geheimhouderstuk worden gelabeld als een zaakofficier het al heeft gezien. “Dan is het verschoningsrecht dus al geschonden,” aldus De Greve. “De officier beslist hier zelf of het verschoningsrecht van toepassing is, en of het mag worden doorbroken? Dat is een fundamenteel foute werkwijze. En dan keek er ook nog eens een ambtenaar mee die niet geschoold is in het verschoningsrecht. Dan is het fiasco compleet.”
En wie is toch een zekere persoon achter de inlognaam migg00, vraagt De Greve zich af. “Is dat iemand van buiten de FIOD? Waarom kan het OM ons niet vertellen wie deze ambtenaar is, die in onze e-mails heeft zitten kijken? En wie heeft er autorisatie gegeven? Kan iedereen bij de FIOD rondsnuffelen in elkaars dossiers, om te zien of er iets interessants bij zit? En waar zijn onze mails eigenlijk gebleven?” Het OM neemt ‘onrechtmatige U-bochten’ om gedurende een onderzoek de rechter te kunnen omzeilen, stelt De Greve.
Kantoorgenoot Doorenbos voegt hier, naast zijn visie op artikel 126aa van het Wetboek van Strafvordering waarin de bevoegdheden rondom geheimhouderstukken zijn vastgelegd, nog andere niet misse bewoordingen aan toe. “Het verschoningsrecht blijft een obstakel, een frustratie in opsporingsland. Opsporingsambtenaren willen maar wat graag weten wat cliënten met hun advocaten bespreken. Maar dat is de crux; dit moet vertrouwelijk blijven. Het is heel frustrerend, dat realiseer ik me, maar dat verschoningsrecht moet gelden.” Het OM moet volgens hem e-mails hetzelfde behandelen als brieven van een advocaat, die van nature vertrouwelijk zijn.
‘Ongefundeerde stemmingmakerij’
Drie Pels Rijcken-advocaten tonen zich namens de Staat weinig onder de indruk van het Stibbe-geschut. De landsadvocaat slaat terug en rept onder meer over ‘een verkeerd juridisch standpunt’, ‘ongefundeerde stemmingmakerij’ en ‘onzinnige beschuldigingen en insinuaties’, zoals dat de Staat jarenlang schending van het verschoningsrecht geheim zou hebben gehouden. De huidige werkwijze is netjes wettelijk geregeld, stellen de advocaten; een officier van justitie die niét is betrokken bij het betreffende onderzoek, kan kennis nemen van informatie in die zaak die mogelijk onder het verschoningsrecht valt.
Bovendien is het verschoningsrecht niet onbegrensd, zegt Gijsbrecht Nieuwland van Pels Rijcken in zijn deel van het pleidooi. “Een officier van justitie mag in beginsel alle gegevens verzamelen voor zover die relevant kunnen zijn voor het onderzoek. Maar het is zeker niet zo dat diverse OM- en FIOD-medewerkers alles maar lezen, zoals Stibbe suggereert. Mededelingen die vallen onder de reikwijdte van het verschoningsrecht, komen niet zomaar in handen van een onderzoeksteam.”
Verder zou de rechter de primaire vordering van Stibbe alleen al moeten afwijzen omdat deze veel te algemeen geformuleerd is, zegt Pels Rijcken-advocaat Sikke Kingma. Zo eisen de Stibbe-advocaten dat ‘de Staat zich alsnog gaat houden aan de wettelijke en verdragsrechtelijke verplichtingen jegens de advocaten en een einde maakt aan de bestendige doch ongeoorloofde werkwijze’.
“De primaire vordering is ontoelaatbaar breed en vaag geformuleerd,” aldus Kingma. “Zo’n algemeen verwoorde vordering zou alleen kunnen slagen in een collectieve actie, niet in een zaak gevoerd door individuele advocaten.” Een andere vordering van Stibbe, namelijk dat het OM vertelt wat er met de bewuste e-mails is gebeurd, is volgens Kingma al vier keer afgewezen in eerdere procedures.
Handleiding met werkwijze achterhaald
En die gewraakte handleiding die sinds enkele weken openbaar is? Die is verouderd, en daarmee volgens de landsadvocaat ‘niet meer relevant’. “In die handleiding staan achterhaalde richtlijnen. Het OM is bezig met een nieuwe werkinstructie; een set maatregelen om meer helderheid te geven over de omgang met geheimhouderstukken. De NOvA en de NVSA zullen hierover worden geconsulteerd.”
Over de NOvA gesproken: een bestuurslid van de NVJSA merkt aan het slot op dat de Orde nog afgelopen jaar van het OM heeft gehoord dat de gewraakte handleiding voor de behandeling van geheimhouderstukken nog steeds wordt gebruikt, in tegenstelling tot wat de advocaten van de Staat hierover zeiden.
De voorzieningenrechter doet op 22 maart uitspraak.