De Staatssecretaris van Rechtsbescherming heeft vandaag de eerste editie van de Staat van de wetgevingskwaliteit aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit rapport, dat in de toekomst periodiek zal verschijnen, biedt een grondige analyse van de kwaliteit van de wet- en regelgeving in Nederland.
De Staat van de wetgevingskwaliteit doet verslag van de periode juni 2021 tot en met maart 2024, en belicht vier centrale thema’s die van invloed zijn op de uitvoerbaarheid en rechtsstatelijkheid van wetgeving: Menselijke maat en maatwerk, compensatie, snelheid en flexibiliteit, en bescherming van persoonsgegevens. Het document is bedoeld als reflectie op de wetgevingspraktijk en als basis voor een breder maatschappelijk debat over de uitvoering en effectiviteit van wetgeving.
Volgens de Staatssecretaris is het essentieel dat wetgeving zowel begrijpelijk als uitvoerbaar is voor de burgers. “Kwalitatief goede wetgeving is een fundament van de rechtsstaat,” stelt hij in de kamerbrief. Hij verwijst naar de aanbevelingen van de Staatscommissie Rechtsstaat, die pleit voor eenvoudiger, toegankelijker en begrijpelijker wetgeving.
Werk te doen
De analyse in de Staat van de wetgevingskwaliteit benadrukt dat er op deze thema’s nog werk te doen is. De rapportage toont trends en patronen die wijzen op knelpunten, zoals de balans tussen snelheid van wetgeving en de zorgvuldigheid die vereist is voor de rechtsstatelijkheid. Ook de bescherming van persoonsgegevens blijkt een punt van zorg te zijn, gezien de toenemende digitalisering van de overheid en de samenleving.
In het document wordt verder gereflecteerd op de bijdrage van de Raad van State, die regelmatig adviezen uitbrengt over wetsvoorstellen. De Staatssecretaris geeft aan dat toekomstige edities van de Staat van de wetgevingskwaliteit ook andere signalen, zoals die van de Nationale Ombudsman of de Hoge Raad, kunnen meenemen in de analyse.
De Staatssecretaris onderstreept dat het ministerie van Justitie en Veiligheid al verschillende instrumenten heeft ingezet om de kwaliteit van wetgeving te verbeteren. Zo wordt er al scherpere toetsing toegepast voordat wetsvoorstellen de ministerraad bereiken. Daarnaast is er aandacht voor de uitvoeringstoets en de invoeringstoets, die moeten garanderen dat nieuwe wetgeving daadwerkelijk werkt in de praktijk.
Oproep tot verbetering
De Staat van de wetgevingskwaliteit is daarmee niet alleen een reflectie op de huidige stand van zaken, maar ook een oproep tot verdere verbetering van de wetgevingsprocessen. De Staatssecretaris is voornemens begin 2025 een beleidsbrief te presenteren waarin hij zijn ambities voor de toekomst van de wetgevingskwaliteit uiteenzet. “Het gaat om wetgeving die begrijpelijk, doenbaar en uitvoerbaar is voor mensen,” aldus de Staatssecretaris.
Met deze eerste editie hoopt de Staatssecretaris een breed gesprek te stimuleren over de kwaliteit van de wetgeving en de dilemma’s die daarbij komen kijken. Het rapport is bedoeld als een “levend document”, dat met nieuwe inzichten steeds verder kan worden verbeterd.
De Tweede Kamer is uitgenodigd om in gesprek te gaan over de bevindingen van de Staat van de wetgevingskwaliteit en de mogelijkheden voor verbetering in de toekomst.
Lees hier het volledige document, en hier de Kamerbrief.