Begin november werd bekend dat 26 miljoen euro extra beschikbaar wordt gemaakt voor de sociale advocatuur. Dit naar aanleiding van een motie van D66’er Joost Sneller. Sociaal advocaten ontvangen hierdoor in december een compensatie van 4,62 procent.
Advocaten en andere rechtsbijstandverleners krijgen per afgegeven toevoeging, geaccepteerde piketmelding en toegekend extra uur een vast bedrag aan tegemoetkoming. De hoogte daarvan is gebaseerd op een compensatie van 4,62 procent: het indexeringspercentage per 1 januari 2024 (5,29 procent), verminderd met het indexeringspercentage per 1 januari dit jaar (0,67 procent).
Om te bepalen hoeveel compensatie concreet wordt toegekend, wordt uitgegaan van het aantal afgegeven toevoegingen, piketmeldingen en extra uren tussen 1 oktober 2022 en 1 oktober 2023. De Raad voor Rechtsbijstand heeft deze aantallen op 1 december vastgesteld, en zal de vergoeding kortom voor het einde van het jaar automatisch uitkeren. Sociaal advocaten hoeven hiervoor niets te doen.
Per rechtsgebied
Met deze maatregel geeft demissionair minister Franc Weerwind invulling aan de motie-Sneller, ook ondertekend door SP, PvdA/GL, CDA, ChristenUnie en PvdD. Daarin werd opgeroepen tot een noodinvestering. Gebrek aan perspectief, onvoldoende inkomen en achterblijvende indexering van de vergoedingen maken het beroep van sociaal advocaat onaantrekkelijk, volgens de indieners.
Dat de compensatie via eerdergenoemde categorieën ‘afgegeven toevoegingen’, ‘piketmeldingen’ en ‘extra uren’ werd vastgesteld, was al bekend. Uit de afkondiging van de regeling blijkt nu dat de vergoeding per toevoeging verder wordt gedifferentieerd per rechtsgebied. Dit mede op advies van de Nederlandse orde van advocaten, die de maatregel een ‘eerste noodzakelijke stap’ noemt.