Een secretaresse zegt na twee maanden haar baan bij een advocatenkantoor op, vanwege woede-uitbarstingen en vermeende seksuele toespelingen van een van de advocaten. Bij de rechter eist ze 321 euro achterstallig loon, waarop het kantoor 10.000 euro boete vordert om schending van de geheimhouding.
De vrouw gaat op 1 oktober aan de slag als juridisch secretaresse bij een klein advocatenkantoor in Nijmegen, zo blijkt uit een vonnis van de Rechtbank Gelderland van half juli. Na ruim twee maanden heeft ze er al schoon genoeg van; ze neemt per e-mail per direct ontslag om ‘toekomstige irritaties te voorkomen’. De advocaat voor wie ze werkt, heeft volgens haar onvoorspelbare woedeaanvallen en hij zou zich schuldig maken aan grensoverschrijdend gedrag.
Na enkele e-mails over en weer legt de secretaresse schriftelijk aan de advocaat uit wat voor haar de spreekwoordelijke druppel was. Haar brief uit december 2019 wordt geciteerd in het vonnis van de kantonrechter: ‘Jij hebt vlak voor einde werktijd de agenda beoordeeld, en werd toen plotseling heel boos op mij, omdat je vond dat het niet goed was. Je hebt woest een ordner uit de kast getrokken met eerdere agenda’s, gooide die op tafel en werd heel boos en praatte met stemverheffing. Ik werd door jouw gedrag overvallen en voelde mij daar opgelaten en onveilig bij.’
Dit incident stond volgens de secretaresse niet op zichzelf: de advocaat werd volgens haar vaker boos op haar, collega’s en zelfs cliënten. ‘Als je met cliënten belt dan begin je regelmatig na afloop van het gesprek op hen te schelden en smijt je kwaad je telefoon door het kantoor. Ik vind dit heel vervelend want ik zit recht tegenover jou – ik zit er met mijn neus bovenop.’ Daarbij voelde de werkneemster zich onveilig vanwege de seksuele toespelingen die de advocaat zou hebben gemaakt: ‘Na afloop van het bezoek van [naam 3] gaf je naar mij toe aan dat je je seksueel tot haar aangetrokken voelde en wel seks met haar zou willen.’
Na dit ontslag raakt de strijd echter alleen maar verhitter. In de maanden erna blijven de secretaresse en de advocaat mailen: zij heeft nog 321 euro aan onbetaald salaris tegoed van het kantoor, meent ze. Een bemiddelingsverzoek gericht aan de deken in Gelderland blijft onbeantwoord. Wel neemt ze in dit verzoek informatie over het kantoor en de naam van een cliënt op. Dit tot woede van het advocatenkantoor, dat meent dat de secretaresse hiermee haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden.
Eenmaal voor de rechter – aan het begin van de zomer via een Skype-zitting vanwege de coronamaatregelen – vordert de secretaresse naast het achterstallige loon en vakantiegeld nog een schadevergoeding van bijna 5.000 euro. Ook eist ze een verbod dat de advocaat zich ooit negatief over haar zal uitlaten, op straffe van een dwangsom van 10.000 euro per overtreding.
Boete voor schending geheimhoudingsplicht
Het advocatenkantoor legt een stevige tegeneis op tafel: vervelend hoor, dat ‘de hectiek van een advocatenkantoor niet bij haar past’, maar in haar verwijten aan het adres van de advocaat herkent het kantoor zich niet. Voor het schenden van de geheimhoudingsplicht eist het kantoor via de rechter oplegging van 10.000 euro boete. Mocht ze de geheimhoudingsplicht nog eens schenden, dan zou ze een dwangsom à 5.000 euro per overtreding moeten betalen.
De kantonrechter wijst de eisen van beide partijen af, behalve dat het advocatenkantoor nog wel het achterstallige salaris van 321 euro moet betalen. Voor de secretaresse was er geen sprake van ‘een dringende reden’ om per direct ontslag te nemen, oordeelt de rechter, zodat het advocatenkantoor geen schadevergoeding hoeft te betalen. Daarbij heeft het advocatenkantoor ‘de stellingen van [verzoekster] over een onveilige werkomgeving en intimidatie gemotiveerd betwist. […] Het lag op de weg van [verzoekster] om haar stellingen voldoende aannemelijk te maken en nader te onderbouwen. Dit heeft zij nagelaten. Zo zijn geen (bewijs-)stukken in het geding gebracht waaruit de door [verzoekster] aan van de heer [naam 1] verweten gedragingen blijken.’
Verder is van schending van de geheimhoudingsplicht, zoals het kantoor stelde, volgens de kantonrechter geen sprake. De informatie over de cliënt was immers enkel gebruikt voor een brief met het bemiddelingsverzoek aan de deken. Dat ze informatie over het kantoor en de cliënt ook deelde met haar ouders, staat voor de rechter niet vast. ‘Enkel in verband daarmee heeft de rechtbank kennis genomen van deze vertrouwelijke informatie. Gelet hierop en gezien de bedoeling van het beding, is de kantonrechter van oordeel dat hetgeen [verweerder] hierover heeft aangevoerd niet kan leiden tot verschuldigdheid van de contractuele boete.’ Ook de gevraagde dwangsom wordt afgewezen.
Eerder dit jaar trok een soortgelijke zaak over de werksfeer op een advocatenkantoor veel aandacht: toen vloog een patroon zijn advocaat-stagiair genadeloos in de haren.