Twee directeuren van een advocatenkantoor krijgen ruzie en besluiten uit elkaar te gaan. Een secretaresse met een arbeidsverleden van twintig jaar bij het kantoor sluit een vaststellingsovereenkomst om vijf maanden later ook haar dienstverband te beëindigen, maar wordt vlak voor haar laatste werkdag op staande voet ontslagen. Ten onrechte, oordeelt de kantonrechter in Assen in een uitspraak van 6 april jongstleden.
Beweerde aanleiding voor het ontslag op staande voet is een onderzoek van de ene directeur in de e-mailbox van de andere – inmiddels vertrokken – directeur. Daaruit zou blijken dat de secretaresse bij het boeken van privé-uitgaven van de vertrokken directeur op de kantoorrekening niet alleen handelde op instigatie van die directeur, maar daarbij eigen initiatief toonde. ‘Uit eigener beweging boekt u eerst maar op de paasaankleding, vervolgens op kantoorkosten, uiteindelijk is het geboekt over verschillende grootboekrekeningen. Dit is niet op instructie van [voormalig directeur verweerster] gebeurd. Dit heeft u zelf verzonnen. Deze gedraging(en) niet alleen in onderlinge samenhang en in onderling verband bezien, doch ook afzonderlijk van elkaar rechtvaardigen het ontslag op staande voet.’
Volgens de secretaresse is het boeken van privé-uitgaven op de kantoorrekening usance, en zij wordt daarin gesteund door de accountant. Die stelt in een brief: ‘De constatering was dat beide partijen privé-uitgaven via de bankrekening van verweerster lieten lopen, zij het dat de onttrekkingen van [voormalig directeur verweerster] een veelvoud was van de uitgaven van [directeur verweerster].’ Er was volgens de accountant echter bij de secretaresse geen sprake van kwade opzet om een nog zittende directeur te benadelen: ‘Dit onrecht is je echter aangedaan door [voormalig directeur verweerster], voor mij is nog niet overtuigend vast komen te staan dat verzoekster bewust hierin heeft bijgedragen om jou onrecht aan te doen of dat zij gewoon is gebruikt.’
De kantonrechter gelooft niet dat het onderzoek in de e-mail van de vertrokken directeur de werkelijke reden is van het ontslag. Uit de brief van de accountant blijkt dat de nog zittende directeur al in november 2015 – ruim voor het ontslag op staande voet – op de hoogte was van de wijze van inboeken van de privé-uitgaven. Ook is volgens de kantonrechter voldoende duidelijk dat secretaresse handelde in opdracht van de vertrokken directeur, en niet zelfstandig of op eigen initiatief.
De secretaresse – die niet terug wil naar het kantoor – krijgt ruim 15.646 euro vergoeding voor de onregelmatige opzegging, 26.860 euro transitievergoeding en 500 euro als billijke vergoeding. In het kader van dat laatste overweegt de kantonrechter dat de secretaresse meewerkte aan het verrichten van ‘niet moreel verantwoord handelen’. ‘Hoewel het de kantonrechter in het licht van de feitelijke gang van zaken duidelijk is geworden dat verzoekster op enige wijze negatief betrokken is geraakt in een vete tussen [directeur verweerster] en [voormalig directeur verweerster] leidt dit gegeven niet tot een ander oordeel.’