Nadat de rechtbank het Drentse advocatenkantoor Schuurmans in november vorig jaar al aan een prijsafspraak met een cliënt had gehouden, heeft het Hof van Discipline advocaat Wouter Schuurmans nu nog eens een maand geschorst omdat hij onder deze prijsafspraak van 50.000 euro probeerde uit te komen. Zijn kantoor Schuurmans Advocaten ging vorige maand failliet.
Het kantoor uit Roden komt het maximum honorarium van 50.000 euro overeen in de zomer van 2013, in het kader van een nalatenschapkwestie. Op het moment dat de totale rekening dreigt op te lopen tot boven dit maximum – het maximale bedrag dat rechtsbijstandverzekeraar DAS wil aan de cliënt zal vergoeden –, wil het kantoor van de prijsafspraak af; anders kan de cliënt naar verdere bijstand fluiten. Deze cliënt spant hierop een kort geding aan en dient daarnaast klachten in bij de deken, met de strekking dat Schuurmans weigerde zijn zaak verder te behandelen nadat het maximum van 50.000 euro verspreid over negen facturen was bereikt.
De Raad van Discipline oordeelde eveneens in november al dat Schuurmans zich aan de prijsafspraak had moeten houden en legde hem voor de schending ervan een voorwaardelijke schorsing op, waartegen hij in beroep ging. Het Hof van Discipline gaat hierin mee, met verzwaring van de maatregel. Dat Schuurmans niet zou hebben geweten van de prijsafspraak die door zijn voormalig compagnon was gemaakt, zoals hij zelf stelt, dat gelooft het hof niet. ‘Verschillende brieven die ter bevestiging en beëindiging van de opdracht aan klager zijn verzonden, zijn uit naam van verweerder geschreven. […] Ook is met hem veelvuldig overleg gepleegd over het dossier en uit de eigen stellingen van verweerder volgt dat hij wel degelijk op de hoogte was van de gang van zaken.’
Al met al had Schuurmans zich niet aan de opdracht mogen onttrekken nadat het maximumbedrag van 50.000 euro was bereikt, oordeelt het Hof van Discipline. ‘Verweerder heeft zijn persoonlijke financiële belangen laten prevaleren boven de belangen van klager. Anders dan verweerder in hoger beroep heeft gesteld, zijn de belangen van klager wel degelijk ernstig geschaad door de handelwijze van verweerder. […] Het hof rekent het verweerder zwaar aan dat door zijn toedoen meerdere procedures tegen klager zijn aangespannen om betaling af te dwingen en dat verweerder hiermee doorgaat ondanks dat zowel de kort geding rechter (in eerste aanleg én hoger beroep) als de bodemrechter in eerste aanleg hem in het ongelijk heeft gesteld.’
De omzetting van een voorwaardelijke naar een onvoorwaardelijke schorsing van een maand is om dit alles op zijn plaats, ook in het licht van het tuchtrechtelijk verleden van Schuurmans, oordeelt het hof. De schorsing zal voorlopig niet daadwerkelijk ten uitvoer worden gebracht: Schuurmans liet zichzelf daags na het faillissement van zijn kantoor schrappen van het tableau. Als een van de oorzaken voor het faillissement worden hoge privéonttrekkingen door de voormalig compagnon van Schuurmans genoemd, plus het conflict hierover dat volgde.
Klik hier voor de uitspraak (PDF)