Een advocaat die een 79-jarige vrouw met een zwakke geestestoestand adviseerde om te trouwen met haar 22-jarige achterneef, mag een maand zijn beroep niet uitoefenen. Dat heeft het Hof van Discipline bepaald. De advocaat werd in eerste instantie voor twee maanden voorwaardelijk geschorst door de Raad van Discipline.
Familieruzies dreven de vermogende vrouw – nooit getrouwd geweest, geen kinderen – in 2007 naar de advocaat met de wens de kring van erfgenamen zoveel mogelijk te verkleinen en het successierecht te beperken. De advocaat adviseerde haar over de mogelijkheden, waaronder die tot een huwelijk in gemeenschap van goederen met haar achterneef. In 2008 werd het huwelijk tussen de toen 79-jarige vrouw en de 22-jarige kleinzoon van haar zus voltrokken, waarbij de advocaat zelfs als getuige optrad.
Dit advies had de advocaat volgens het Hof nooit mogen geven, omdat hij wist dat de vrouw lijdt ‘aan een vorm van geheugenverlies, dat zij zeer vergeetachtig is en na een bezoek tekst en inhoud van de gesprekken niet kan onthouden’. Zodoende had ze volgens het Hof nooit de impact van haar besluit om haar achterneef te huwen kunnen bevatten. Het huwelijk werd in 2009 overigens nietig verklaard door de rechtbank. Daarnaast stelt het Hof: ‘Een huwelijk tussen een 79-jarige vrouw met een achterneef van 22 jaar is zodanig ongebruikelijk dat op zijn minst bij verweerder de vraag had moeten opkomen of zij wel de gevolgen van haar voornemen in voldoende mate had overzien.’
Dit was niet de enige reden voor de veroordeling van de advocaat: hij kon ook niet schriftelijk aantonen waarop de factuurbedragen van in totaal ruim 55.000 euro waren gebaseerd.