Op 27 augustus is Ronald Schultinga van PlasBossinade beëdigd tot notaris in de gemeente Groningen. Hij is de derde notaris van het kantoor en, als 31-jarige, de volgende jongste notaris van Nederland. “Het werkveld van het notariaat is veel dynamischer dan voorheen.”
Schultinga startte in 2012 als kandidaat-notaris bij de Groningse vestiging van PlasBossinade. Hij is vooral werkzaam binnen het ondernemings- en vastgoedrecht, en cliënten kunnen bij hem onder meer terecht voor de oprichting van rechtspersonen, fusies en overnames en (inter)nationale transacties. Sinds 2019 is hij, samen met collega-notaris Gert Bossinade, verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het notariaat binnen het kantoor, en per 27 augustus mag Schultinga zich dus ook volwaardig notaris noemen. Iets wat hij altijd al ambieerde.
Verandering teweegbrengen
Schultinga vertelt: “Toen ik aan de slag ging bij PlasBossinade, heb ik vrij snel duidelijk gemaakt dat ik notaris wilde worden. Ik heb daar nooit een geheim van gemaakt. Ik vind het leuk om eindverantwoordelijke te zijn, en omdat je het voor het zeggen hebt als ondernemer, kan je verandering teweegbrengen.” Dat laatste is zijn voornaamste drijfveer geweest voor het notarisschap. Niet financiële motieven of nieuwe professionele uitdagingen. “De werkzaamheden blijven grotendeels hetzelfde als die van een ervaren kandidaat-notaris, maar het is een stap omhoog. Je stuurt mensen aan. Er wordt meer naar je geluisterd; waardoor je dingen op een andere manier kan doen.”
Schultinga wil onder zijn vlag vooral komen tot een sterker teamgevoel. Een ietwat abstracte ambitie, dus hij verduidelijkt: “Ik wil ervoor zorgen dat we állemaal achter ons beleid staan. Dat we samen met de werknemers tot onze diensten en producten komen; want als iedereen daar achter staat, leveren we beter werk af. Voorheen werden beslissingen; of we bijvoorbeeld door zouden gaan met particulier vastgoed, vaak van hogerhand opgelegd.”
De nieuwbakken notaris wil er verder voor zorgen dat de adviserende en begeleidende rol van de PlasBossinade-(kandidaat-)notarissen wordt vergroot. “Notarissen zijn opgeleid om cliënten te begeleiden in een breed scala aan juridische vraagstukken. Daar moeten we dan ook naartoe; de band met de cliënten wordt daardoor sterker”, verduidelijkt Schultinga. “We willen méér leveren dan alleen de akte an sich; de cliënten steun bieden bij het voortraject. Waarom willen zij een bepaalde akte? Is het noodzakelijk? Wat is er nodig voordat de akte opgemaakt kan worden? Heeft de cliënt daar misschien juridische ondersteuning bij nodig?”
De moderne adviserende notaris
Volgens Schultinga, die zich bij PlasBossinade omringd ziet door voldoende jonge collega’s, moet deze werkbenadering voor de moderne notaris weinig problematisch zijn. “Wellicht kon een notaris vroeger achterover leunen en wachten tot er iemand langskwam voor het opmaken van een akte, maar de huidige, jonge notarissen zijn gewend proactief cliënten binnen te halen én te behouden. Hierdoor hebben ze al een meer adviserende rol. Door bijvoorbeeld communicatiemiddelen als WhatsApp staan ze tegenwoordig laagdrempelig en continue in contact met de cliënt, over meer dan akten alleen,” legt Schultinga uit. “Ze beantwoorden tussendoor vaak vragen waarmee een cliënt voorheen misschien naar een accountant of belastingadviseur zou gaan.”
Schultinga noemt het werkveld van het notariaat dan ook veel dynamischer dan, pak ‘m beet, dertig jaar geleden. Het stoffige imago van de notaris verwijst hij naar het rijk der fabelen. “Wellicht gaat het er bij andere kantoren of rechtsdisciplines anders aan toe, maar bij PlasBossinade en binnen het ondernemings- en vastgoedrecht houdt het werk van notarissen meer in dan enkel aktes opmaken. Zoals ik al aangaf bieden we steeds meer ondersteuning in de fase voordat een akte nodig is. Waardoor ik vaak juridisch en financieel meedenk met bijvoorbeeld ondernemers. Het is ook sociaal werk, waarbij je met veel verschillende soorten klanten te maken hebt en bovendien onpartijdig moet blijven; wat uitdagend is. Dus nee, ik zou ons werk niet als stoffig willen bestempelen.”